Een graankorrel in de aarde sterft en brengt veel vruchten voort
Vandaag legt Jezus ons in het evangelie uit dat Hij moet sterven. Waarom moet dat toch? Misschien begrijp je het beter met een paar voorbeelden.
* Laatst vertelde een beroemde sportman op tv dat hij stopt met voelballen. Hij gaat voor dokter studeren. Later kan hij dan veel mensen helpen.
* Een vrouw houdt van haar werk. Als haar moeder ernstig ziek is, geeft de dochter deze baan op om voor moeder te zorgen. Pas na haar overlijden gaat de vrouw weer werken.
De voetballer en de vrouw geven allebei iets op wat heel belangrijk voor hen is. Dat kost moeite. Alleen als je veel van iemand houdt, wil je zo'n offfer brengen.
Een graankorrel moet sterven om vrucht te dragen
Jezus zegt: "Nu luister goed naar wat Ik zeg: als de graankorrel niet in de aarde valt, blijft hij alleen. Maar als hij sterft, levert hij veel vrucht op. Wie zich aan zijn leven vastklampt, zal het verliezen. Maar wie zijn leven in deze wereld loslaat, zal het voor eeuwig behouden.
Als iemand mij wil dienen, dan moet hij Mij volgen. Waar Ik ben, daar moet ook mijn dienaar zijn. Als iemand Mij dient, zal de Vader Hem eren."
De voetballer en de vrouw brengen een offer om anderen te helpen. Jezus geeft alles op: Hij geeft zijn leven aan het kruis, voor ons. Zoveel houdt hij van ons. Omdat Jezus voor ons sterft, mogen wij na de dood verder leven in de hemel. Zoals de graankorrel eerst moet sterven in de grond om vruchten te geven.
Als je graag op Jezus wilt lijken, kun je ook af en toe een offertje brengen (een graankorreltje zijn...) om anderen gelukkiger te maken. Daardoor word je ook zelf gelukkiger.
Veel vruchten
De graankorrels die op dit veld werden gezaaid, hebben veel vruchten voortgebracht. Welke weg door het korenveld moet dit meisje nemen om de meeste korenaren te verzamelen? Is dit A, B of C?
Bij de link hieronder kune je de puzzel downloaden en afdrukken.
Kinderen van dezelfde Vader
Het jeugdjournaal is op tv. Joris kijkt naar een filmpje over Afrika. Een stem vertelt: “De mensen zijn ziek van de honger. Vermagerde en uitgehongerde kinderen wachten in lange rijen op een kommetje pap of rijst, of op een boterham.”
Ineens rent Joris naar boven. Moeder kijkt hem verbaasd na. Even later hoort ze hem op zijn kamertje hardop praten. Ze gaat eens kijken. “Wat doe je nu?” vraagt ze. “Ik praat tegen Jezus”, antwoordt de jongen. Hij wijst naar het kruisje aan de muur. “Ik vroeg Hem waarom Hij de kinderen in Afrika niet helpt. Hij houdt toch van álle mensen op de wereld?”
Moeder denkt even na. Wat moet ze daarop antwoorden? “Joris,” zegt ze dan, “ik weet ook niet waarom wij het beter hebben dan zij. Maar ik weet wél dat wij kunnen helpen. God geeft ons zóveel, dat wij gemakkelijk kunnen delen met arme landen. Sommige mensen gaan in Afrika werken. Anderen geven geld.” “En wat doen ze daarmee?” vraagt Joris. “Daarmee kopen ze bijvoorbeeld nieuwe landbouw-machines, zaaigoed, en waterpompen.”
Joris luistert stil. Dan zegt moeder: “Door het vastenspaarpotje helpen wij een klein beetje mee. Je kunt hierin een deel van je zakgeld doen dat je anders gebruikt om snoep of een ijsje te kopen. Door jouw bijdrage kan er misschien een kind gered worden. Dat zou toch geweldig zijn!”
En…heb jij in deze vastentijd al wat geld voor het vluchtelingenkamp van Sander Kesseler in je vastendoosje gedaan? Afrikaanse kinderen zijn immers ook kinderen van onze Vader. Die wil al Zijn kinderen gelukkig zien. Help je mee?