Het lelijke schaapje, eerste zondag van de advent

De vier zondagen van de advent zijn dit jaar 1, 8, 15 en 22 december. In de advent bereiden we ons voor op de geboorte van Jezus. Op elk van die zondagen komt er een stukje van het verhaal Het lelijke schaapje op de website. Met Kerstmis lees je hoe het afloopt.

Het verhaal is bedoeld voor kinderen, om zelf te lezen, of voor (groot-)ouders die het willen voorlezen aan hun (klein-)kinde(ren). In de adventsperiode kun je het ook meenemen achter in de kerk. Hieronder vind je het eerste deel.

 

Voor de eerste zondag van de Advent
In de kudde van de rijke schapenfokker Cornelius was iets vreemds gebeurd. Er was een lelijk schaapje geboren. Het was niet wit zoals de andere schapen. Het was niet zwart of bruin zoals de schapen van de buren. Het was gevlekt. Wit en zwart en grauw en grijs, in grote en kleine vlekken, alles door elkaar. Cornelius zat er vreselijk mee in zijn maag. Wat een ragebol, dacht hij. Wat een mormel. Het schaapje paste niet bij de rest van de kudde. Het dartelde even koddig als zijn witte broertjes en zusjes, maar toch schaamde Cornelius zich voor hem. De mensen die langskwamen, wezen ernaar en riepen: “Cornelius, wat heeft dat lam? Heeft het schimmel? Maak je je stal soms niet goed schoon?” Dan begon Cornelius extra goed te bezemen, zodat iedereen het kon zien.

Kort daarna ging Cornelius naar de markt om witte schapen te verkopen. En melk, kaas en wol. De eerste klant was een rijke boerin. Ze keurde de schapen en zei: "Denk erom, Cornelius, ik wil een wit schaap, dat witte lammeren krijgt. Er mag geen vlekje aan zitten. Ik wil geen lelijk mormel zoals dat ene van jou."

Een handelaar die ernaast stond en het gesprek hoorde, besloot van Cornelius helemaal geen schapen te kopen. Ze konden wel een besmettelijke ziekte hebben. Zo ging het de hele dag door. Het verhaal werd steeds erger. Op het laatst verkocht Cornelius helemaal niets meer: geen schapenkaas, geen schapenmelk, geen schapenwol.