Het lelijke schaapje, Kerstmis
De engelen zongen een lied dat galmde over de velden. Het ging over een redder, geboren in de stad van David, over vrede en licht. Voor het schaapje verscheen een engel die zei:
"Schaapje, er is voor jou een stal,
volg de weg die de ster je wijzen zal."
Alsof hij droomde, zo licht ging het schaapje achter hen aan. Bij een stal aangekomen deed de engel de deur voor hem open. En daar zag het schaapje Jozef en Maria terug, samen met de ezel en een oude os. En er was iets bijzonders gebeurd. In de voerbak van de dieren lag een pasgeboren kindje .Maria had het kindje zo goed mogelijk toegedekt met hooi.
Wol voor het kindje Jezus
Toen ze het schaapje zag, zei ze: "Ben je daar weer? Welkom en kom erbij. Het is een beetje armoedig hier, maar ons kindje Jezus heeft van deze stal een thuis gemaakt." Toen het schaapje wilde blaten, merkte hij dat hij een stem gekregen had. "Dank u wel, mevrouw. Ik wil hier graag blijven. Bij het kindje. En kan ik u helpen met mijn wol? Hij is niet mooi, maar wel lekker warm." Dat vond Jozef een prachtig idee. Hij trok dikke plukken wol uit de vacht van het schaapje Wit en zwart en grijs en grauw. Met zijn grote handen ploos Jozef de wol uit. Hij mengde alle kleuren en vormde er een dekentje van. En toen hij het kindje warm toedekte, zagen ze dat de wol glansde als zilver.
Het schaapje kon zijn ogen niet van kindje afhouden. De engelen verkondigden de geboorte overal, en van heinde en verre kwamen mensen om het kindje te bezoeken. En tegen iedereen die het maar horen wilde, zei het schaapje: “En zie je dat dekentje? Dat is gemaakt van mijn wol, mijn warme wol."
© Marjet de Jong, Uit: Kerst spelen met kinderen. Vijftien verhalen om te spelen, met aanwijzingen en patronen
©2011 Adveniat, www.reliboek.nl