Exterieur van de kerk

De Jozefkerk is in 1946 als noodkerk gebouwd naar een ontwerp van de Tilburgse architect H. Pontzen.
De uitvoering van de bouw was in handen van aannemer Van Gijsel uit Diessen. De kerk is gebouwd in wederopbouw-architectuur. Kenmerkend zijn onder andere de traditionele opzet en detaillering, het siermetselwerk en de klokvoorgevel met enorme tuit waarin een klokkenstoel is opgenomen.

Het was een eenvoudige parochiekerk van het type pseudo-basilica (breed middenschip en smalle zijbeuken onder doorgaand zadeldak) met een rechtgesloten, smaller koor, waaromheen een lagere sacristie is gebouwd.
De bakstenen gevels zijn gemetseld in staand verband. Alleen de gevels van de in 1968 onder het pastoraat van pastoor Jilesen toegevoegde zijbeuken, waarin de bestaande kruiwegstaties werden teruggeplaatst, zijn in wildverband opgetrokken. Het enigszins ingeknikte zadeldak heeft de nok loodrecht op de Witvenstraat. Het dak is gedekt met rode, opnieuw verbeterde Hollandse pannen en watert af via goten die rusten op doorgestoken sporen.

De voorgevel bezit vanaf 1968 in het midden een uitgebouwd portaal, waarin een segmentboogvormig afgesloten, opgeklamte deur met smeedijzeren beslag en twee segmentvormig afgesloten glas-in-lood-raampjes. Het platte dak van het portaal heeft een overstek dat steunt op houten balken en standvinken. Links van het portaal is een hardstenen gedenksteen ingemetseld met het opschrift: “IK WERD GELEGD / DOOR M v/d LINDEN / 6 OKTOBER 1946”. Boven het portaal is een groot transparant glas-in-lood-roos-venster aangebracht met een uitgemetselde dagkant. De voorgevel wordt afgesloten door een brede afdekking met natuursteen en baksteenvlechting. De gevel wordt bekroond door een forse tuit met een segmentboogvormig afgesloten opening, waarin een klok is opgehangen. De tuit wordt afgesloten door een ezelsrug, waarop een smeedijzeren kruis is geplaatst.
De zijgevels worden geleed door steunberen. Tussen deze muurverzwaringen bevinden zich per travee (drie in totaal) twee glas-in-lood rondboogvensters (transparant). Hoog in de zijgevels van het koor bevinden zich drie getoogde glas-in-loodramen. Onder de dakrand van het koor is een band met sier-metselwerk en een strekse rollaag aangebracht.

Sacristie
Nadat Haghorst op 22 juli 1949 een zelfstandige parochie was  geworden, is in 1950-1951 aan het koor een sacristie gebouwd. De aan de drie zijden om het koor gebouwde sacristie heeft een omgaand lessenaars-dak met zinken mastgoten. De gevels bezitten rechthoekige vensteropeningen, waarin tweedelige kozijnen met vierruits draairamen. De vensters zijn voorzien van luiken en worden afgesloten door bakstenen lekdorpels en strekse rollagen. Bij de ingang (segmentboogvormig afgesloten houten deur, natuurstenen hoekblokken, anderhalfsteens segmentboog) is de gevel boven de dakrand opgetrokken in de vorm van een halsgevel, waarop een smeedijzeren bekroning. In de linker zijgevel van de sacristie is een hardstenen gedenksteentje ingemetseld met het opschrift: “A. 19 30/1 51. V”. (Pastoor Andreas Versteijnen - 30 januari 1951)