Zegen en Vloek, Zalig en Wee

advent oecumenisch

Steven Barberien

Zegen en Vloek, Zalig en Wee… Zowel in de eerste als in de evangelielezing staan deze woorden als licht en donker tegenover elkaar. Dat past wel in het Bijbelse wit-zwart denken en spreken. Maar voor mensen die graag ‘polderen’, is er op deze manier weinig ruimte voor grijs of kleuren. Wij hebben liever wat meer ruimte om zelf te zoeken waar we zalige zegen kunnen vinden. Tevens schrikt vloek en wee ons niet meer af. We bouwen ons geluk op hier en nu en houden in ons leven steeds minder rekening met het leven na de dood…

De lezingen proberen in ons iets wakker te maken van het verrijzenisgeloof, dat zo typisch christelijk is. Tevens zit er een waarschuwing in dat wij er niet zelfvoldaan van mogen of kunnen uitgaan dat alles zomaar in orde komt. Hoe onrechtvaardig het leven bij het bedélen van geluk of tegenslag soms kan zijn…, na dit leven zet God de dingen recht.
De goddelijke barmhartigheid en de goddelijke rechtvaardigheid zijn twee kanten van een en dezelfde medaille die liefde heet. Want liefde is zowel vergevingsgezind als corrigerend rechtvaardig. Elke ouder die z’n kind straft omwille van stoutigheden, geeft dat kind met evenveel liefde beloning voor goed gedrag en inzet. ‘Opvoeden’ heet dit spel van straf en beloning.

De lezingen zijn voor ons dus een les in de goddelijke opvoeding die mensen krijgen, met name door het woord en het voorbeeld van Jezus. Niet zomaar een mens, maar Gods Zoon op wie we kunnen vertrouwen. Zijn hele zending kunnen we samenvatten in de verrijzenis. De opstanding uit de dood is niet alleen voor Hem een nieuw begin, maar biedt ook ons uitzicht op nieuw en eeuwig leven. Daar, in de eeuwige liefde van God, mogen ook wij thuiskomen, al gelden er andere wetmatigheden dan die wij hier kennen.
In Jezus wordt zowat alles op z’n kop gezet:
dood wordt leven
zonde, genade
rijk, arm
verdriet wordt vreugde.

Echter, diegenen die volharden in egocentrisme waardoor anderen gebrek lijden of waardoor hun verdriet wordt aangedaan, zullen hun rechtvaardige straf niet kunnen ontlopen!
Maar… en ja, er is een maar… Een leven lang, tot onze laatste zucht, krijgen we van God de kans ons leven om te keren. De woorden van de Zaligsprekingen moeten daarom blijven klinken en nazinderen! Zo blijven ze ons bevragen over waar we nu staan in leven en geloven, en waar we straks willen uitkomen, als we onze ogen voorgoed sluiten.
Want wanneer wij hier op aarde onze ogen de laatste keer sluiten, zal Jezus ons aankijken en zeggen:
‘Zalig of wee!’ ‘Vervloekt of gezegend!’

Printversie