Verleidingen

Verleidingen

Gust Jansen

Niet veertig dagen maar veertig jaar trok het volk met Mozes door de woestijn, aldus het oude Bijbelverhaal. Dikwijls had hij de grootste moeite om het volk gaande te houden op de goede weg. Sommigen wilden terug, weer anderen wilden andere wegen gaan. Voortdurend moest ie hen moed inspreken om zo het vertrouwen in elkaar en in die verre God aan te kweken. Maar uiteindelijk vonden ze nieuw land, en nieuwe toekomst.

Máar hij kende zijn volk. Hij wist hoe het zou gaan als het hun goed ging. Dan zouden ze te makkelijk kunnen vergeten hoe God hen bevrijd had uit Egypte; hoe hun God als Metgezel met hen was meegetrokken en hun nieuw land en nieuw leven had geschonken… Dus droeg Mozes hun op ieder jaar de eerste vruchten van de oogst op te dragen aan Jahweh, a) om daarmee God te danken voor, b) en het volk te herinneren aan wat God in moeilijke tijden voor hen had gedaan.

Met die regel had Mozes groot gelijk, want zoals het toen ging, gaat het nog altijd: wij mensen roepen God aan als het slecht met ons gaat, als we in de woestijn van ons leven zitten, maar als het ons goed gaat, vergeten we Hem. Heel dikwijls wordt onze wélvaart onze God, carrière maken onze levensvervulling en daarmee ruilen we ons vroegere Godsvertrouwen in voor een stukje eigendunk en zelfoverschatting.

Voortdurend staan ook wij in ons leven bloot aan dezelfde verleidingen als Jezus toen in de woestijn. We beseffen maar al te goed dat geld niet gelukkig maakt en willen het toch alsmaar hebben. We zíjn ons ervan bewust dat we anderen niet klein moeten houden, maar willen zelf toch alsmaar hoger zien te komen, al is het ten koste van mensen om ons heen. We wéten dat we niet met anderen mee moeten praten om in de gunst te komen en aanzien te verwerven; toch doen we het vaak.

Jezus gaat op deze beproevingen niet in, vertelt ons het evangelie vandaag. Hij maakt van stenen geen brood, Hij slaat niet overal geld uit; Hij gaat niet door de knieën en wordt geen hielenlikker om zelf hogerop te komen; hij doet niks om applaus te krijgen, aanzien en eigen eer te behalen.

Hij moet ervoor knokken, Zijn leven lang, want sóms is het moeilijk. Maar Hij blíjft trouw aan wie Hij God noemt, geeft Zijn idealen niet op en houdt vast aan de weg die Hij te gaan heeft.

Ook in óns leven ontvangen we van allerlei kanten goedbedoelde, maar soms ook slechte voorstellen en adviezen. Regelmatig worden ook wij bestookt met allerlei commentaar en beïnvloed en verleid door te makkelijke en ondoordachte, eigentijdse adviezen en oplossingen voor problemen, als die er al zijn (anders worden ze ter plekke soms nog wel gemaakt).

Als mens, en dan ook nog als christen overeind blijven, je levensidealen trouw blijven, je gelovige opvoeding niet verloochenen, je godsvertrouwen bewaren, niet buigen voor allerlei kwaad dat mooier wordt voorgesteld dan het in wezen is, dát álles is wat Jezus heeft voorgeleefd en wat wíj moeten zien te leren en op onze beurt moeten voorleven aan onze kinderen en kleinkinderen, onze eigen omgeving...

Veertig dagen lang vraagt de vastentijd ons om inkeer en omkeer…
 

Printversie