Actief geloven of toeschouwer blijven

Rijke jongeling met Jezus

Marc Massaer

Broeders en zusters in Christus,

Als je in Lourdes op bedevaart bent, dan is de kaarsjesprocessie
´s avonds prachtig om mee te maken. Al die zingende en biddende mensen en het lichteffect van al die brandende kaarsjes, het is in-drukwekkend en schept verbondenheid met gelovigen uit andere landen. Tussen het volk dat naar Lourdes komt, heb je actief betrok-ken en biddende gelovigen en toeschouwers langs de kant, mensen die verwonderd staan te kijken dat dit in onze tijd mogelijk is.

Actief geloven of toeschouwer van het geloof blijven, je kunt het hart van mensen niet helemaal doorgron-den om hun keuze voor het een of het ander te verklaren. Het Tweede Vaticaans Concilie uit de jaren 60 is gehouden om de gelovigen actiever te betrekken bij de liturgische vieringen door het samen bidden en zingen te bevorderen. Naar de kerk gaan als toeschouwer zoals naar het theater, is niet de bedoeling. We gaan naar de kerk om mee te doen, inspiratie te vinden in het woord van God om er dan in woord en daad in het dagelijks leven mee aan de slag te gaan.

Het blijft een mysterie waarom de ene mens in vuur en vlam staat voor het geloof, terwijl het een andere onverschillig laat. Ergens heeft het ermee te maken of mensen vragen durven stellen over hun eigen leven en dan de kracht van het geloof inzien voor het persoonlijke leven. Inzien dat Jezus goedheid en liefde onder de mensen wil bevorderen, is al een eerste stap maar dan is de vraag: hoe sta je zelf tegenover Jezus? Is Jezus alleen maar een goed mens? Of is Jezus meer? Zodra je inziet dat Jezus voor onze zonden op het kruis is gestorven en beseft dat je Gods barmhartigheid door Jezus nodig hebt, dan pas heb je een stap verder in het spirituele leven gezet.
De apostel Paulus, die aanvankelijk de gelovigen vervolgde, werd geraakt door Gods barmhartigheid zo-dra Hij de persoon van Jezus ontmoette. Vanaf dat moment zag Paulus in dat Jezus ook voor hem aan het kruis is gestorven, en werd hij een vurig gelovige. Door Jezus van hart tot hart te ontmoeten groeit het geloof en daarmee de overgave aan God.

Geloven in God heeft te maken met kritische vragen durven stellen over jezelf, over de wereld en over God om daarmee wijzer te worden. De rijke jongeling durft aan Jezus vragen te stellen: “Meester, wat moet ik doen om het eeuwig leven te verwerven?” Aan Jezus, die de wijsheid van God in pacht heeft, een vraag stellen is een eerste stap. Die vraag heeft te maken met een keuze voor het leven nu én voor het leven hierna, het eeuwig leven.
Een Griekse filosoof die altijd maar vragen stelde, was Socrates. Ken uzelf, Γνῶθι σεαυτόν (Gnōthi seauton), was zijn leidmotief bij de benadering van kennis over de werkelijkheid. “Hoe kan iemand iets kennen, als hij zichzelf niet kent?” Op velen kwam hij arrogant over met zijn eeuwige vragen, die enkel bedoeld waren om de ander uiteindelijk tot zichzelf te laten komen. Jezelf leren kennen is inderdaad het begin van alle wijsheid. Maar hoe leer je jezelf kennen? De mens kan zichzelf enkel leren kennen en begrijpen in relatie tot God, omdat God de mens heeft geschapen.

De rijke jongeling uit het evangelie heeft iets begrepen van de boodschap van Jezus want hij heeft het kwade vermeden en het goede gedaan door Gods geboden te onderhouden. Wat bij de rijke jongeling ontbreekt, is de overgave aan God: Hij blijft vastzitten aan het aardse en reageert terughoudend op de uitnodiging van Jezus. Hij denkt het geluk te vinden in het aardse en durft niet de stap te zitten om Jezus na te volgen. Hij ontdekt daardoor niet de liefde van God en Zijn Koninkrijk en hij leert ook zichzelf niet beter kennen. Wie God niet kent, is in feite maar een arme, ook al is hij rijk en bezit hij vele goederen in de wereld. De rijke jongeling blijft zo een toeschouwer van Jezus en wordt niet actief als leerling van Jezus om mee te werken aan het Koninkrijk van God.

Iets weten van Jezus maar er dan niets mee doen, is toeschouwer blijven van het geloof. Het geloof, zegt de apostel Jacobus, moet zich uiten in daden voor mensen in nood maar ook naar God toe. Om het geloof te blijven vasthouden is de band met Jezus en zijn kerk nodig, omdat we daar voeding ontvangen voor het christelijk leven; we ontvangen het goddelijke leven en de goddelijke liefde. Hoe kun je immers in leven blijven zonder voeding? Lichamelijk ga je dood als je niet eet, maar zonder geestelijk voedsel sterf je spiritueel.

In deze oktobermaand kijken we op naar Maria, de Moeder van God. Zij is onze Voorspreekster bij de Heer Jezus. Vol van de H. Geest heeft zij in alle mogelijke levensomstandigheden altijd de wil van God gedaan. Moge zij ons inspireren en helpen om vanuit het geloof in Jezus mee te werken aan een betere wereld en de komst van Gods Koninkrijk op aarde.

Printversie