Het spoor van Jezus volgen: kiezen of delen

keuzes maken

Gust Jansen

Wie in het voetspoor van Jezus treedt, moet kiezen of delen. Het is blijkbaar voor Jezus: alles of niets! En als je eenmaal hebt beslist, moet je de gevolgen erbij nemen. “Je hebt niets meer om je hoofd op te laten rusten”, ofwel denk niet te snel dat je er bent.

Zijn weg bewandelen is een voortdurend proces met de hand aan de ploeg, en zonder omzien. Het einddoel – Zíjn boodschap en niet de jouwe – moet je voor ogen houden. Jezus maakt een duidelijke keuze en van mensen die willen volgen, vraagt Hij dat ook. Geen halfslachtige volgelingen, geen getreuzel.

Zo nu en dan staan ook wij in ons leven voor een belangrijke keuze. Gelukkig niet al te vaak want een echte keuze heeft grote consequenties. Kijk maar naar de Britten en hun Brexit in de EU.

Heel vaak hebben we weinig te kiezen, omdat de keuzemogelijkheid beperkt is. En soms heb je niets te kiezen, want sommige dingen overkomen je: je krijgt een ziekte en daarmee moet je maar zien te leven. Of je wordt ouder, raakt van de been met alle gevolgen van dien. Dat je plotseling ontslagen wordt, nog  steeds vanwege  de crisis, of geen werk kunt krijgen dat bij je past, daar heb je niet altijd om gevraagd. Dan komt het erop aan hoe je je leven richting geeft; hoe je je lot aanvaardt. Hoe dan ook: elk mens krijgt kansen van zijn leven iets te maken, zonder ervoor gekozen te hebben.

Soms sta je verbaasd als je ziet hoe mensen dan onverwacht toch tot grote dingen in staat zijn. Iemand wordt arbeidsongeschikt, maar je moest eens zien wat hij presteert aan vrijwilligerswerk of in zijn hobby. Heel vaak hebben mensen niet gevraagd om dit of dat baantje, maar zijn ze er eenmaal in gerold, dan maken ze er iets grandioos van. In het kerkelijk vrijwilligerswerk zijn er heel wat van die mensen die al hun talenten in  die zin vrijwillig, maar niet vrijblijvend tot ontplooiing laten komen. Voor hen is de vraag niet: heb ik daarvoor gekozen?, maar wel: wat vraagt de situatie hier en nu van mij? Vol toewijding proberen ze er het beste van te maken.

Soms ook moeten mensen worden aangesproken om voor een bepaalde taak te kiezen. Durven we nog wel een beroep op mensen te doen om zich ergens voor in te zetten, worden ze niet overvraagd? De meesten hebben het al te druk met van alles en nog wat… óf hebben nauwelijks iets om handen…:
hen hoef je niet te vragen, denken we al vlug.

Elisa zou nooit profeet geworden zijn als niet iemand hem geroepen had. De profetenmantel werd hem toegeworpen. Na een korte aarzeling neemt hij de uitdaging aan.
Zo gaat dat met mensen. Zo ging dat toen met Elisa, zo gaat dat nu met een nieuwe vrijwilliger bij een club of in onze parochie.

Meestal gebeurt het heel onopvallend. Het is het appèl dat op ons afkomt in het dagelijks leven. Op vele manieren en in allerlei situaties kan er een beroep op je worden gedaan: als je aan het ploegen bent als Elisa, of aan het vissen als die eerste leerlingen, in het kielzog van Petrus en al die anderen.

Hoe zijn wij aanspreekbaar? Zijn wij er gevoelig voor dat we geroepen kunnen worden? Hoe beantwoorden wij het appèl dat bijna elke dag door anderen op ons wordt gedaan…?

Printversie