Geschapen voor het leven, niet voor de dood

Kerkhof rond Allerzielen

Marc Massaer

Broeders en zusters in Christus,

Op  deze bijzonder dag, Allerzielen, willen we onze verbondenheid tonen met onze geliefde overledenen door Jezus Christus, die de bemiddelaar is tussen de zichtbare en de onzichtbare wereld.

De herfstdagen begin november maken ons gevoelig voor de vergankelijkheid van al wat leeft. In ons hart  nemen we de tijd om onze geliefde overledenen te gedenken, met dankbaarheid of juist met veel gemis en verdriet. We brengen een bezoek aan hun laatste rustplaats, met een bloem of een kaars, een gedicht of een gebed en met al onze herinneringen. De stilte in deze dagen doet ons nadenken over leven en dood.

Het gedenken van onze overledenen krijgt in het christelijke geloof een heel eigen kleur. Christenen zijn immers paasmensen, die in de Eucharistie Christus’ overwinning op de dood vieren. Uit die viering van de H. Eucharistie putten ze hoop. Ze vertrouwen op Jezus’ belofte dat iedere mens geroepen is tot een volheid van leven voorbij de grenzen van de dood. Het is God die het leven van een mens tot voltooiing brengt.
Deze dag doet ons beseffen dat wij even met elkaar onderweg mogen zijn maar dat we  elkaar weer moeten loslaten. We zijn geschapen door God en we keren allen terug naar God. Wij hopen en bidden dat God barmhartig is voor onze geliefde overledenen en dat ze verwelkomd mogen worden in het eeuwig licht. In het volle licht van Gods aanschijn is er vrede, vreugde en liefde. Leven bij God in de eeuwigheid is deelhebben aan dat stralend licht van de oneindige goedheid en liefde van God. Bij ons mensen wisselen licht en duisternis elkaar af: goed en kwaad beïnvloeden het leven van iedere mens. Door Jezus is er een stralend licht opgegaan in de duisternis. Dankzij Jezus Christus is er verzoening tussen God en de mensen mogelijk in de tijd, want Jezus is de universele Redder en het licht van de wereld.
Hier op aarde mogen we dit ervaren in geloof, als we Jezus ontmoeten in het sacrament van de vergeving. Over de grens van de dood heen kunnen we bidden voor de zielen die nog niet helemaal gezuiverd zijn, opdat zij eenmaal mogen worden opgenomen bij God.

In deze dagen gaan er vele gevoelens door ons heen, als we denken aan onze geliefde overledenen. Er is de pijn van het gemis, de leegte, de ontreddering, de eenzaamheid en de verlatenheid. En er zijn nog zoveel vragen. We hadden nog zo graag van het gezelschap van onze geliefde overledenen willen genieten en hun verhalen willen horen. We hadden hun ook willen vertellen wat ons allemaal bezighoudt.
Helaas, het is stil geworden rondom onze geliefde overledenen. We horen en zien ze niet meer. Met al onze gevoelens en zorgen mogen wij tot bij de Heer Jezus komen, die onze harten wil verlichten en vrede schenken. Door ons geloof in de verrezen Heer Jezus mogen we hopen op en verlangen naar het weerzien van onze geliefde overledenen. Troost en kracht mogen we van Jezus ontvangen, net zoals Marta en Maria, want Jezus leeft met ons mee. We mogen uitkijken naar het Nieuwe Jeruzalem, de stad van God, waar alle tranen, verdriet en pijn voorbij zijn. God heeft ons voor het leven geschapen en niet voor de dood. Als christenen hopen we eenmaal eeuwig te mogen leven.

Moge al onze geliefde overledenen door de barmhartigheid van God genieten van de eeuwige vrede. Amen. 

Printversie