De eerste is de dienaar van allen

De laatsten zullen de eersten zijn

Marc Massaer

Broeders en zusters in Christus,

Reeds langere tijd is er in de politiek een strijd aan de gang over de vraag wie er allemaal tot minister worden benoemd en wie de premier wordt. Het menselijk verlangen om het voor het zeggen te hebben, gaat vaak gepaard met jaloezie, achterklap, roddels, leugens en eerzucht. Beseffen de regeringsleiders wel dat het woord minister oorspronkelijk betekent dienaar zijn, dienaar van het land en dienaar van het volk? Wat is daarvan overgebleven?

In het evangelie van vandaag komt ook het thema van de macht naar voren. Zelfs de leerlingen van Jezus voeren de discussie over wie nu wel de eerste is. Wie zal het voor het zeggen hebben in de kerk, als Jezus er niet meer is? Het is een heel menselijk vraag maar een die eigenlijk voorbijgaat aan de essentie van de navolging van Jezus. Voor Jezus moet het tegelijkertijd tragisch en lachwekkend geweest zijn. In zijn verkondiging spreekt Hij  over zelfgave, zelfverloochening, zijn kruisdood en verrijzenis; de leerlingen hebben het over zelfverheer-lijking en wie er de eerste moet zijn in de toekomst. Het is duidelijk dat zijn volgelingen nog niet zo veel hebben begrepen van zijn blijde boodschap. Heel opmerkelijk haalt Jezus dan een kind naar voren om hun te doen inzien wat Hij van hen verwacht.

Een kind is nog niet zo bezig met het verleden en de toekomst; het leeft eenvoudig en gaat helemaal op in het moment van nu. Een kind is spontaan, snel tevreden en leeft met het vertrouwen dat zijn ouders voor hem zorgen.
Dit is ook de houding die God van zijn leerlingen en van ons verwacht, namelijk vertrouwen hebben in God, die voor ons zorgt en ons datgene geeft wat goed voor ons is en wat wij nodig hebben. Tevreden zijn met wie je bent, met de mensen om je heen en met wat je hebt, met die levensinstelling heb je meer kans om het geluk te vinden. Jaloers zijn op mensen die meer hebben of meer kunnen, maakt je ongelukkig. Altijd maar jezelf vergelijken met anderen die het beter hebben, veroorzaakt onvrede en onenigheid. De apostel Jakobus schrijft daar in de tweede lezing ook over, namelijk over strijd die ontstaat door nijd en eerzucht, wat gepaard gaat met ruzies en onrust  tussen mensen.

Hoe waar en actueel zijn de woorden van Jezus als Hij zegt dat de groten der aarde misbruik maken van hun macht. Dat mag bij u niet het geval zijn. Wie de eerste wil zijn, moet de laatste en de dienaar van allen zijn.
Wat is belangrijk in de navolging van Jezus? Dat je je hart laat spreken naar God en je naaste. Als het hart vrij is van verkeerde hartstochten, dan straal je het licht van Gods liefde uit en dat beïnvloedt op een positieve wijze het leven van je medemensen. Het innerlijke moet op orde zijn en vrij van de zonde of het kwade om vredelievend, barmhartig, vriendelijk en liefdevol met elkaar te kunnen omgaan. Wat maakt je meer mens? Niet het bezit van de dingen, maar de liefde die je geeft en de liefde die je mag ontvangen van God en je medemensen.

Een heilige die zichzelf volledig heeft gegeven aan de verspreiding van het goede nieuws van Jezus, is de H. Franciscus van Assisi. Van hem is er een heel mooi en inspirerend gebed dat als volgt gaat:
“Heer, help mij niet zozeer om zelf gelukkig te zijn als om anderen gelukkig te maken;
niet zozeer om zelf begrepen te worden als om anderen te begrijpen;
niet zozeer om zelf getroost te worden als om anderen te troosten;
niet zozeer om bemind te worden als om te beminnen.”

Als we deze woorden van Franciscus proberen te beleven, samen met de woorden van Jezus uit het evangelie, dan mogen wij vanzelf ervaren hoe mooi het is om leerling van Jezus te zijn en te leven van de vreugde van de liefde tot God en de liefde tot de naaste. AMEN