Advent is uitkijken naar het licht van Jezus

Adventskrans in de kerk

Marc Massaer

Broeders en zusters in Christus,

De advent is een periode van wachten, verwachten en uitkijken naar het mysterie van de geboorte van Jezus. Deze genadevolle tijd is verlangen naar Jezus en Maria, die Gods heilsplannen realiseren, en zorgen voor vernieuwing en bevrijding. Ze verlossen de mensen van het kwade en van onderdrukkende machten.

In de H. Maagd Maria zien we God aan het werk. Zij is de gezegende vrouw onder alle vrouwen, vol van de liefde van God. Maria is de Onbevlekte Ontvangenis; in haar zien we het licht van God in zijn volheid schitteren; zij is de heilige bij uitstek. In Maria ontdekken we iemand die recht door zee is en de weg wijst, recht naar Jezus toe. Van Maria ontvangen wij veel goede raad en wijsheid van over de gehele wereld. Zij roept mensen op terug te keren naar God, het evangelie te beleven en alle kronkelwegen te vermijden.
In de geest van Maria roept Johannes de Doper in de adventstijd de mensen op zich te bekeren: elk dal moet gevuld worden en elke berg dient afgetopt te worden. Deze beeldspraak van de profeet Jesaja betekent: alle obstakels verwijderen die het liefhebben van God en je naaste in de weg staan, en het woord van God beleven. Als we op reis zijn, worden we van tijd tot tijd geconfronteerd met wegwerkzaamheden. Je moet dan omleidingsborden volgen om op je bestemming te komen. Iedereen is blij als de werkzaam-heden afgelopen zijn, want dan stoomt het verkeer vlotter door en zijn de putten en kuilen weg.

In de adventstijd krijgen we de tijd om na te denken over ons leven. We dienen ons geweten te onder-zoeken om te zien waar we staan in ons christelijk leven, en andere wegen te bewandelen. Advent is je hart openstellen voor Jezus die komende is. God wil ons Zijn genade schenken om het woord van God beter te beleven. Laten we eerlijk zijn: we weten dat ons hart regelmatig vernieuwing nodig heeft door Gods liefde en barmhartigheid. Iedere mens heeft last van de gevolgen van de erfzonde of de neiging tot het kwade. Onze zonden belemmeren ons het licht van het geloof helder te laten doordringen in ons hart, en daardoor stralen we minder licht uit. Wij zijn kinderen van het licht maar hoe wil je dit licht van het geloof uitstralen als je niet  in nauw contact met Jezus, het licht van de wereld, blijft?
Advent is verlangend uitkijken naar het licht van Jezus en je hart laten verlichten door Jezus die tot ons komt in woord en sacrament.

Wij allen hebben lichtpuntjes nodig in de heftige tijd waarin we leven. We dienen elkaar vast te houden en te bemoedigen met het licht van het geloof. Ook al is de nacht donker en beleven we nu een donkere periode, we mogen hoopvol uitkijken naar het licht van God, dat eenmaal weer helder zal schijnen. Schitterend is het licht dat schijnt in Jezus en Maria, en dat geeft ons moed met hun hulp het geloof te blijven vasthouden.

In de liturgie van de advent wordt vaak gelezen uit de profeet Jesaja met zijn inspirerende en profetische woorden. Het geknakte riet zal Hij niet breken en de kwijnende vlaspit blaast Hij niet uit. Sterke woorden zijn dit om het vlammetje van het vuur van het geloof brandend te houden.
We mogen erop vertrouwen dat God met ons is en met ons meetrekt en meeleeft in deze donkere periode van de geschiedenis. We mogen ons niet laten verlammen of ontmoedigen door alles wat er rondom ons gebeurt. Van ons christenen wordt gevraagd op creatieve wijze te zoeken naar nieuwe wegen om gestalte te geven aan ons geloof. God is en blijft onze bron van hoop en kracht om - tegen de stroom in - goedheid en liefde rondom ons te zaaien en het evangelie uit te dragen in woord en daad. Elk klein gebaar van liefde of elk bemoedigend woord brengt Gods Koninkrijk naderbij. Uiteindelijk zullen het goede en de liefde overwinnen; dat geloven en hopen wij.

Moge de adventsperiode ons ertoe aansporen om verlangend uit te blijven kijken naar God, die redding en genezing brengt. Amen.

Printversie