Tomáš Halík, De nacht van de biechtvader

Vanuit zijn ervaring als biechtvader laat Tomàš Halīk ons kennismaken met de realiteit van de PARADOX in leven én geloven. De huidige crisis in geloof en Kerk mag ons niet verleiden te kiezen voor de uitersten: ofwel een sektarisch ‘opwekkingsgeloof’ of een reconstructie van een ‘kerkelijk verleden’.

De crisis in het geloof - op persoonlijk vlak of in het geheel van kerk en wereld - geeft door de paradox van kruis en opstanding juist de kans op een 'tweede adem'. Juist nu er zoveel verdwijnt en verandert, mogen we niet bang zijn. Het is immers uit de ‘diepte’, uit een diepgaande theologische en spirituele vernieuwing, dat verandering tot stand kan komen.

De schepping, de wereld en ook de Kerk zijn een 'creatio continua', een onophoudelijk voortgaand proces.

Steven Barberien

 

 

Fragment uit  Tomáš Halík, De nacht van de biechtvader, Zoetermeer 2016, hoofdstuk 1, pag. 15 - 16

Iedere christen heeft tal van overwegingen en preken gehoord over het thema van het paasgebeuren. Maar is Pasen een sleutel geworden die de weg opent naar het begrijpen van ons leven en van de actuele situatie van de kerk? Velen stellen zich bij het begrip ‘kruis’ eerder persoonlijke problemen voor, zoals ziekte of ouderdom. Ik ben bang dat voor veel christenen de voorstelling vreemd is dat ook in ons, in de kerk, in ons geloof, in onze zekerheden veel moet ‘afsterven’, gekruisigd moet worden, zodat er ruimte ontstaat voor de Opgestane.
Waarom zijn we zo bang voor onze eigen nederlagen (inclusief de evidente zwakte van het christendom in de huidige wereld), als we het paasgeloof belijden met als kern de paradox van de overwinning door een absurde nederlaag? Spreekt God niet tot ons via deze feiten op een vergelijkbare manier als hij sprak via het verhaal dat we gedenken bij het lezen van het paasevangelie?
Een bepaalde vorm van religie waaraan we gewend zijn geraakt, sterft inderdaad af. Perioden van crises en van vernieuwing horen bij de geschiedenis van religie en van het christendom. Alleen een religie die niet door een veranderingsproces gaat, is werkelijk dood, is weggevallen uit het ritme van het leven.
(…)
Vandaag de dag - zoals ik in dit boek een aantal keren probeer te laten zien - sterft het type godsdienst (en christendom) af dat is ontstaan in de tijd van de verlichting - deels onder invloed daarvan, deels als negatieve reactie daarop. Het sterft samen met zijn periode – met de ‘moderne’ en de ‘nieuwe tijd’. Zoals zo vaak in de geschiedenis kunnen we deze situatie van het geloof ‘optimistisch’ of catastrofaal uitleggen: de ‘optimistische’ interpretatie biedt verschillende ‘technische’ oplossingen (terugkeer tot een premoderne godsdienstigheid of een goedkope ‘modernisering van religie’), de catastrofale spreekt (opnieuw) over het definitieve einde van het christendom. Ik probeer hier ‘onze huidige crises’ geheel anders te benaderen. Ik probeer haar te begrijpen als een ‘paasparadox’. Het geheim van Pasen vormt de kern van het christendom - en juist daarin zie ik een methode die ons leert omgaan met de huidige ‘problemen van het christendom’, van religie en van de wereld waarin wij leven.