Legende van Sint Anna

Volgens de legende is Anna de moeder van Maria, Jezus' moeder. Zij is gehuwd met Joachim. Het zijn vrome Joden. Bij alle grote feesten gaat Joachim naar de tempel om een offer op te dragen. Het is verdrietig dat ze geen kinderen hebben. Herhaaldelijk hebben ze God erom gesmeekt. Ze beloven dat ze het kind aan God zullen toewijden. Inmiddels zijn ze al oud.

Bij het feest van de tempelwijding trekt Joachim met een paar familieleden naar de tempel om te offeren. Als de hogepriester hem ziet staan, zegt hij smalend: "Hoe durf jij tussen al die anderen te gaan staan? God heeft je gestraft door je geen kinderen te geven. Denk je dat Hij je offer dan wel zal aannemen? Zorg eerst maar dat die schande van jou uit ons midden wordt weggenomen, dan mag je terugkomen om te offeren.”

Beschaamd loopt Joachim weg. Hij durfft ook niet meer naar huis, bang dat hij daar met de vinger wordt nagewezen. Hij verbergt zich tussen de herders van Bethlehem. Daar verschijnt hem een engel, die aankondigt dat hij een dochter zal krijgen. Hij moet haar Maria noemen en haar aan God geven, zoals hij beloofd heeft. “Ga naar Jeruzalem; daar zul je je vrouw Anna treffen bij de Gouden Poort. Ze maakt zich erg bezorgd om je.”

Zo gaat de engel ook naar Anna. Haar verkondigt hij dezelfde vreugdevolle boodschap. Ook zij begeeft zich op weg. Bij de Gouden Poort wordt het een aandoenlijk weerzien. Die ontmoeting geldt als het moment waarop Anna van Maria in verwachting raakt.