Geloven: niet bij de pakken neerzitten

komt goed

Gust Jansen

Hebreeën - we hoorden zojuist hoe en wat Paulus hun toentertijd schreef, Hebreeën zijn tot het christendom bekeerde Joden. Die eerste joodse christengemeenschap wordt het leven zuur gemaakt. Ze worden door de andere Joden belachelijk gemaakt en tegengewerkt. Sommigen van hen beginnen er al aan te denken het christen-zijn op te geven; maar juist dan schrijft Paulus dat ze moeten volhouden en niet bang moeten zijn voor de toekomst. Kijk maar eens naar Abraham, zegt hij. Die was ook niet bang voor de toekomst; die vertrok op de bonnefooi naar een nieuw land dat hem beloofd was, maar dat hij nog nooit had gezien.

Geloven - legt Paulus uit - is je toevertrouwen aan wat niet te zien is; het vraagt uithoudingsvermogen. Geloven is nooit je kop laten hangen, of bij de pakken gaan neerzitten…

‘Mijn vader was nog eens een gelovige’, vertelde me laatst nog iemand. ‘Hij bleef destijds met vijf kinderen zitten; ik was dertien en de oudste. Hij zei: ík kan alleen mijn best doen, als Gód me dan maar een beetje helpt… En hij geloofde dat hij er niet alleen voor stond; en dankzij dat vertrouwen is hij erdoorheen gekomen…’

Geloven is niet op de vlucht gaan voor het moeilijke, maar je toevertrouwen aan de Onzichtbare; en nooit je kop laten hangen of bij de pakken neerzitten…

Geloven is dan ook: waakzaam zijn, een ander aspect dat Jezus vandaag duidelijk maakt in het evangelie met het verhaal over de mensen die wachten op de bruidegom.
Geloven is wakker blijven voor God, erbij zijn als Híj jouw deur aandoet.

Een oude, wijze rabbi vroeg aan zijn leerlingen: Weten jullie wanneer de nacht voorbij is en de dag begint?
Een van de leerlingen vroeg: is dat als je vanuit de verte een hond van een schaap kunt onderscheiden? Nee, zei de rabbi.
Is het als je van verre een dadelboom van een vijgenboom kunt onderscheiden? vroeg een ander. Nee, zei de rabbi.
Maar wat dan!? vroegen de anderen.
En de rabbi zei: als je in het gezicht van een mens kunt kijken, en je ziet daarin je zuster of je broeder terug…; dán is het donker voorbij, wordt het licht om je heen…

Geloven is op een bepaalde manier met het leven omgaan en tegen mensen aankijken; hen zien als jouw broer of zus… Geloven maakt het leven lichter…

‘De mensenzoon komt op een uur dat je het niet verwacht’, zegt Jezus. ‘Let dus goed op, blijf wakker, zodat je Hem ziet als Hij bij je aanklopt’. Soms ziet Hij eruit als iemand die écht eenzaam is en om een praatje verlegen zit; soms tref je Hem aan in een zieke of een mens die veel verdriet heeft en het niet kwijt kan; je kunt Hem of Haar tegenkomen in iemand die wel wíl, maar écht niet meer werken kan, of in iemand die zich alleen gelaten voelt…

Als je kijkt met de ogen van een gelovige, dan vermoed je in al die mensen God, die bij jou aanklopt en die hoopt dat jíj wakker bent…

Printversie