1799 - heden

Pastoor Johannes van de Weijer

Johannes van de Weijer (1799-1832) was de eerste pastoor sinds de reformatie. Zijn zorgen golden het kerkgebouw, de organisatie van de parochie en het materieel en geestelijk welzijn van zijn parochianen.
Als hoofdman van de Venerabele Gilde beijverde hij zich voor een nieuw reglement, waarin werd benadrukt dat de gilde het goede voorbeeld moest geven. Zo behoorde het tot de plichten van de gildebroeders op Sacramentsdag te biechten, tijdens de mis te communie te gaan en het volk eendragtige devotie (te) tonen, o.a. door met hun flambouwen mee te lopen in de processie.

Pastoor Martinus van Asten

Van de Weijer kreeg pastoor Martinus van Asten (1833-1860) als opvolger. Hij ontplooide belangrijke activiteiten om met name het geestelijk leven in Hilvarenbeek te verheffen. Zo stichtte hij talrijke broederschappen, waaronder die van het Goddelijk Hart en die van de processie naar Kevelaer. Voor de Deugdzame Dogters richtte hij de Mariacongregatie op. Toen de centrale overheid zich goeddeels terugtrok uit de armenzorg richtte pastoor Van Asten een plaatselijke afdeling op van de vereniging van de H. Vincentius à Paulo. Hij haalde ook de Zusters van Liefde naar Hilvarenbeek om bijzonder lager onderwijs te geven aan arme meisjes.

Het materieel belang van de kerk schonk hij eveneens ruime aandacht. Hij liet een nieuwe pastorie bouwen in de Koestraat en aan de noordzijde van het priesterkoor, waar voorheen het gemeentehuis was, kwamen een nieuwe sacristie en een doopkapel. Het interieur van de kerk werd verrijkt met o.a. een marmeren doopvont, een nieuwe communiebank en - niet te vergeten - het grote Van Hirtumorgel. 

Pastoor Paulus van de Loo

Na zijn dood in 1860 werd Martinus van Asten opgevolgd door pastoor Paulus van de Loo (1860-1901). Deze zette de door pastoor Van Asten uitgezette lijn voort. Het accent lag op de devotionalisering van de gelovigen. Halverwege de eeuw ging er van de strijdende en zegevierende kerk een groot elan uit. Het is de begintijd van het Rijke Roomsche Leven

Onder het pastoraat van Paulus van de Loo werd de kerk verder verfraaid, o.a. door de plaatsing van een nieuw hoofdaltaar en een aantal beelden tegen de pilaren.

Pastoor Leonardus Jurgens

Pastoor Van de Loo werd opgevolgd door Leonardus Jurgens (1901-1916). Zijn pastoraat in Hilvarenbeek valt ongeveer samen met het pontificaat van Paus Pius X (1903-1914), de paus van het anti-modernisme.

Pastoor Jurgens voldeed volledig aan het profiel van anti-modernistische geestelijke. Hij ging daarin zo ver dat hij zich met allerlei (wereldse) zaken ging bemoeien die in zijn ogen een uitholling van de zuivere geloofsbeleving betekenden. In Esbeek, waar hij bouwpastoor was van de kerk die zijn familie (margarinefabrikanten uit Oss) financierde, bemoeide hij zich met de reglementen van de schuttersgilden en ontbond hij het St.-Nicolaasgilde. Bovendien verbood hij het dansen in herbergen. In Hilvarenbeek speelde hij een rol in ruzies om de bouw van het Adrianusgesticht annex klooster van de Zusters van Liefde. Hij geraakte ook in conflict met de liberale gemeentearts Scheidelaar en met de nieuwe burgemeester, Johannes Beretta. Omdat Scheidelaar voorzitter van Harmonie Concordia was, richtte Jurgens een katholieke pendant op, die zijn naam kreeg: Harmonie St.Leonardus.

Aan de andere kant nam pastoor Jurgens zitting in het Comité tot Steun der Belgische slachtoffers (1914), hij richtte een parochiebibliotheek op en was voorzitter van de Commissie tot wering van schoolverzuim.

Kortom, een man die zowel werd bewonderd als verguisd.

Jurgens was erekamerheer van de Paus, wat hem de titel monseigneur en een randje paars en paarse knoopjes aan zijn zwarte toog opleverde. 

pastoor Jurgens Esbeek

Pastoor Andreas van Beijnen

Mgr. Jurgens werd opgevolgd door pastoor Andreas van Beijnen (1916-1933). Ook pastoor Van Beijnen was een typische vertegenwoordiger van het Rijke Roomsche Leven. Hij kende een grote persoonlijke verering voor het H. Sacrament en stimuleerde de verering van de (Beekse) heilige Adrianus, alsmede de devotie van O.-L-V. van de Voort en die van het Heilig Hart. In 1923 werd aan de noordzijde van de kerk een groot H.-Hartbeeld geplaatst. Ook kocht hij de grote kruiswegstaties aan, die tot aan het einde van de eeuw nog in de Petruskerk hingen. 

Hendricus van der Kamp

Hendricus van der Kamp (1933-1947), professor aan het grootseminarie te Haaren en (later) deken van het dekenaat Oirschot, was de opvolger van pastoor Van Beijnen. Van der Kamp bleef - ook als pastoor te Hilvarenbeek - een beetje de professor, die misschien niet boven maar zeker ook niet tussen zijn parochianen stond.

Van hem is bekend dat hij een diepe verering had voor de H. Maria, wat o.a. resulteerde in de nieuwbouw van de Mariakapel aan de Voort.

Gedenkplaat pastoor Van der Kamp

Pastoor Edmund Kocken

Pastoor Edmund Kocken (1947-1955) was een geheel ander mens dan zijn voorganger. In Hilvarenbeek bewonderde men hem om zijn hartelijkheid en menselijkheid, maar ook om zijn talent van iedere toespraak iets persoonlijks te maken. In 1954 verhuisde pastoor Kocken van de pastorie aan de Koestraat (thans in de volksmond ’t Vaticaan) naar de nieuwe pastorie aan de Vrijthof. 

Pastoor Edmund Kocken

Sacramentsprocessie 1948. In de koets de juist benoemde pastoor Kocken. (Foto: Heemkundige Kring)

Pastoor Karel de Beer

Na Kocken werd de geleerde, misschien wat introverte Karel de Beer (1955-1965) pastoor. Toch komt uit zijn daden het beeld naar boven van een actieve en ondernemende man.

Hij nam het initiatief tot een ulo- (later mulo-)school in Hilvarenbeek, waarvan hij bestuursvoorzitter was. Mede dankzij hem kreeg Hilvarenbeek een Wit-Gele Kruisgebouw en een bejaardencentrum, de Clossenborch. Ook zette hij zich in voor de restauratie van de Petruskerk, die door zijn toedoen op de rijksmonumentenlijst kwam. 

Afscheidsviering pastoor Karel de Beer

In 1965 nam Hilvarenbeek in een volle kerk afscheid van pastoor De Beer. (Foto: Heemkundige Kring)

Pastoor Cees Manders

Tijdens de ambtsperiode van pastoor Cees Manders (1965-1981) voltrok zich in de katholieke kerk de overgang van een vast naar een losser kerkverband. In 1965, aan het einde van het Tweede Vaticaanse Concilie, bezocht ruim 90% van de katholieken wekelijks de kerkdienst; bij het eervol ontslag van pastoor Manders was dit aantal gedaald tot 50%.

Dit heeft alles te maken met een aantal verschijnselen die in die periode de samenleving bepaalden: deconfessionalisering, democratisering (plus anti-autoriteitsdenken) en toenemende individualisering, niet alleen op religieus gebied.
In 1980 werd voor het laatst een sacramentsparochie over de Vrijthof gehouden, maar deze had een ingetogen karakter. Voortaan zou de sacramentsprocessie steeds binnen de muren van het kerkgebouw plaatsvinden, dat dan nog matig gevuld is.

Pastoor Manders tijdens de eucharistieviering bij zijn 40-jarig priesterjubileum. (Film- en Fotobank Noord-Brabant)

Pastoor Cees Remmers

Cees Remmers (1981-2014), die onder Manders al enkele jaren kapelaan was, volgt in 1981 Cees Manders als pastoor op. Cees Remmers voelde (en voelt) zich een conciliair priester met voortdurende aandacht voor de pastorale opdracht die hij bij zijn priesterwijding meegekregen heeft van zijn bisschop, Mgr. Bekkers.

Pastor Remmers is begiftigd met een groot organisatietalent, dat tot talrijke werkgroepen heeft geleid, die in hun denken, spreken en handelen bijdragen tot het samen kerk-zijn. Tot vreugde van de kerkgangers beschikt Remmers over de gave van het woord, die hij inzet zowel in liturgische liederen als in zijn preken. Bij zijn afscheid in 2014 zong de parochiegemeenschap hem dan ook toe met (o.a.) deze woorden:

Jouw verkondiging komt aan,
Glijdt niet langs de koude kleren.
Neen, jouw woorden resoneren
Nog als we op huis toe gaan.

 

Cees Remmers

 

Jan van de Wiel heeft in het najaar van 2015 een film opgenomen met als titel Het Beek van....... Cees Remmers. Het is een boeiend interview geworden met onze oud-pastoor. Onderwerp van gesprek is niet alleen zijn priesterchap of de kerksluitingen in de gemeente, ook Willem II en de carnaval passeren de revue. De film van ruim een uur laat pastor Remmers zien zoals we hem kennen: openhartig, bevlogen en inspirerend. 

Interview van Jan van de Wiel met pastor Remmers

Pastoor Steven Barberien

In 2014 is Steven Barberien Cees Remmers opgevolgd als pastoor. Hij is dan al enkele jaren pastoor van de parochies Biest-Houtakker, Diessen, Esbeek en Haghorst. Door sluiting - officieel onttrekking aan de eredienst - in 2013 van de kerken te Biest-Houtakker, Esbeek en Haghorst is pastoor Barberien hoofdverantwoordelijk voor de fusieparochie Sint-Norbertus, met daarin twee parochiekerken: Sint-Willibrordus in Diessen en Sint-Petrus in Hilvarenbeek.  In maart 2014 sluit ook de St.-Petrusparochie zich hierbij aan.

Voor een overzicht van het pastoraat van Steven Barberien klik hier. 

Pastoor Barberien