Aan- of afwezig

Aan- of afwezig

Steven Barberien

25 jaar geleden kwam ik op het seminarie in Den Bosch en daar was bij de receptie een presentiebord waarop je naam stond. Ging je weg, dan moest je het schuifje bij jouw naam op ‘afwezig’ zetten. Kwam je terug, dan schoof je het naar ‘aanwezig’.
Sommigen zetten hun bordje wel eens zó dat het niet duidelijk was of ze aan- of afwezig waren. Ook een manier om duidelijk te maken:
ik ben er wel maar laat me met rust…

Ook vandaag is in de liturgie en de lezingen niet duidelijk of Jezus nu aan- of afwezig is en blijft.
Hij spreekt van zijn heengaan naar zijn hemelse Vader én tegelijkertijd zegt Hij dat Hij bij zijn leerlingen zal blijven. Hij bidt om de eenheid van zijn leerlingen. Een eenheid die niet zomaar op natuurlijke wijze tot stand komt, maar die er op bovennatuurlijke wijze wel altijd is. De leerlingen zijn één in Jezus, die één is met zijn Vader, maar tegelijk moet Jezus bidden dat ze de onderlinge eenheid bewaren. En dat gebed om eenheid moet tot op de dag van vandaag doorgaan. Ze is er, maar ook weer niet. In geloof zijn we één maar helaas in leven maar al te vaak helemaal niet…

We spreken van de éne heilige katholieke en apostolische Kerk, een geloofsfeit dat er werkelijk is, maar tegelijk zien we een intern verdeelde, versnipperde Kerk, waar veel zondige mensen deel van uitmaken… Ook dat blijft een groot mysterie. In de Kerk is Christus present en tegelijk zien we dat door het handelen van die kerk mensen weglopen van Christus…

Die dualiteit is altijd aanwezig geweest en zal altijd blijven. Het visioen van de hemelse stad dat Johannes met ons deelt, laat daarvan ook iets zien. Wie de poort van die stad vol vrede en vreugde wil binnengaan, zal eerst zijn kleren moeten rein wassen. En wij weten dat dit moet gebeuren in het bloed van het lam (volgens de Schriften).
Stephanus kan ervan meespreken. Hij wordt de aardse stad uit gesleurd en gestenigd. En door het bloedvergieten, door zijn beulen te vergeven en het gelovig vertrouwen in God zal Stephanus de hemelse stad binnengaan.

Ons christelijk geloof is daarmee geen geloof van goedkope antwoorden of clichés, maar een geloof vol mysterie. Soms onvatbaar en onbegrijpelijk, vol tegenstelling en tegelijk vol waarheid.
In ons leven aanwezig, soms afwezig of er ergens tussenin…, op die momenten dat we zeggen: “Ik geloof wel, maar nu efkens niet…”
Het leven doet een mens wel eens twijfelen aan zijn geloven… maar geloof dat nooit beproefd wordt, neen, dat kan nooit opgroeien en uitgroeien.

Wees er maar van overtuigd dat Jezus altijd aanwezig is, ook al denk je te weten of te voelen dat Hij niet thuis geeft…

Printversie