Rijkelijk geschonken

Bruiloft te Kana

Steven Barberien

De wonderen die Jezus doet, zijn geen goocheltrucs. Hij geeft ook geen show om mensen te overtuigen van zijn goede zaak. Neen, het zijn tekenen die verwijzen naar een diepere be-teken-is.
Op de bruiloft van Kana begint Jezus met het doen van die tekenen. Daar start zijn opdracht om de mensen duidelijk te maken dat Hij de door God beloofde Redder is. Hij treedt op dat feest naar buiten met zijn goddelijke zending.

Maar in dit evangelieverhaal klopt iets niet…
Er is sprake van een bruiloft en van een bruidegom, maar nergens wordt een bruid genoemd; het lijkt alsof die er niet is… We mogen het die vrouw ook niet kwalijk nemen dat ze wegblijft van haar bruiloft. Immers, haar bruidegom kan nog niet eens een goed feest organiseren; er is zelfs wijn tekort! Haar bruidegom kan nú de verwachtingen nog niet inlossen, wat dan te denken als ze eenmaal getrouwd zijn? Het is een teken aan de wand van wat wellicht een grote flop is of gaat worden…

Maar dan gebeurt er onverwacht iets bijzonders; Jezus komt te hulp. Hij redt het feest en geeft daarmee het teken dat Hij de ware bruidegom is. En de afwezige bruid wordt dan vervangen door een andere bruid: dat zijn de aanwezigen, het volk van God.
Vandaag zijn ook wij te gast op die bruiloft en zijn wij als kerkgemeenschap de bruid… Dus bruidegom en bruid zijn wel degelijk present maar het zijn andere personen dan wij hadden vermoed.

Jezus laat zes stenen kruiken met water vullen. Zes vaten, geen zeven, neen zes. Een onvolmaakt getal, een getal waaraan iets ontbreekt…Het joodse volk was goed in het onderhouden van de reinheidswetten maar er ontbrak echte bezieling aan. Het volk leefde in de verwachting dat de Messias die bezieling zou brengen. Echter, tot op die dag ontbrak Hij nog…

Jezus laat met het wonderlijk teken van water-in-wijn duidelijk zien dat Hij die Redder is. De beste wijn wordt hier geschonken, de bruidegom bewijst zijn trouw aan zijn bruid, het volk. En hiermee gaat de oeroude belofte in vervulling dat God aan zijn volk goede belegen wijnen in overvolle bekers schenkt.
Jezus zelf is de zevende kruik. Deze kruik wordt pas gevuld wanneer het uur van de verheerlijking daar is, een uur dat alleen de Vader kent…, het uur van sterven op het kruis… De zevende kruik wordt gevuld met het kostbaar bloed van Jezus, waarvan Hijzelf zegt: Wie mijn bloed drinkt, heeft eeuwig leven… Dan breekt ook de derde dag aan. De derde dag is die van de verrijzenis uit de dood, van het eeuwige leven dat aanbreekt. Zo is de bruiloft van Kana ook een teken dat verwijst naar de Eucharistie, waarbij de wijn verandert in het bloed van Jezus en waarbij eenieder het beste voedsel krijgt, namelijk Jezus zelf.

Wat betekent dit nu voor ons leven?
Nemen wij genoegen met zes kruiken die leeg zijn of gevuld zijn met slechte wijn, en leggen we ons daarbij neer? Of steken we het zevende vat aan, waarin geen château migraine zit maar het beste van het beste van wat wij van Jezus krijgen in de sacramenten van de kerk? Vooral in de Eucharistie?
Is onze geloofswijn stilaan zuur aan het worden of begint die juist steeds beter te smaken naarmate we ons verdiepen in ons geloof?
En misschien nog wel de voornaamste vraag: Zien wij wel de vele tekenen die Hij ook in onze tijd doet, waarin we merken dat Hij echt bij ons is en begaan is met zijn volk?
Niet alleen wordt in dit verhaal van Kana de wijn rijkelijk geschonken, maar het is ook rijk aan diepere betekenissen en aan vragen die het bij ons oproept. Stof genoeg om elke dag van deze week eens over na te denken… Een feest dat langer dan een dag mag duren…

Printversie