"Neemt Mijn juk op uw schouders..."

Gust Jansen

Gust Jansen

Als we denken aan ’n juk, dan stellen we ons daar van alles bij voor: Is het zo’n ouderwets beeld van ’n span ossen met daarachter ’n ploeg en ’n boer? ’n Beeld zoals we hier tot de jaren ’50 op het land konden zien. Of denkt u aan ’n paar van die magere ossen die in de brandende hitte in ’n arm Afrikaans land ’n ploeg trekken? Het land nog dor. Noeste arbeid. Of denk je aan ’n juk op de schouders van ’n oosterse vrouw die manden met rijst draagt? ’n Tengere vrouw met ’n zware last. Dag in, dag uit. We zien deze beelden soms op tv of in de krant. Het lijkt ver van ons bed. Of denk je misschien aan het juk van de vaste lasten, zoals de hypotheek en de zorgverzekering. Aan het juk van hoge schulden waaronder heel veel mensen - wellicht ook wijzelf - gebukt gaan.

Veel mensen gaan ook gebukt onder de lasten van de ouderdom. Zij hebben daadwerkelijk last van hun leeftijd, en gaan er soms letterlijk onder gebukt.

Of is het wellicht de zware last die mensen kunnen ervaren wanneer ze (ernstig) ziek zijn, of wanneer ze leven in oorlogssituaties?

Zo bekeken dragen veel mensen vandaag ’n zwaar juk op hun schouders.

In het evangelie zojuist hoorden we, dat de mensen in de tijd van Jezus ook vermoeid waren, en onder zware lasten gebukt gingen. Waar hadden zíj dan last van?

Ze hadden last van de onderdrukking door de Romeinse bezetter, en van de belastingen die tollenaars hen oplegden. Maar ook - zoals in onze tijd - was er de last van de ouderdom of ziekte. Ze gingen bovendien gebukt onder de strenge regels en wetten, opgelegd door Schriftgeleerden en Farizeeërs. Wetten en regels waaraan ze amper konden voldoen. De noden van toen lijken in grote mate op de noden van nu. Noden ver weg, noden dichter bij huis. De nood van wat men zelf aan pijn meedraagt in het hart…; we kunnen er onze nood over klagen. Maar, of dat helpt…

Luisteren we naar Jezus. Hij zegt: “Kom naar Mij!” Hij nodigt de mensen uit. Álle mensen zijn welkom: “Kom! Kom naar Mij, jullie die vermoeid zijn, en onder lasten gebukt gaan – wie je ook bent! Ik zal je rust geven”. “Kom!”. Roept Ie, “Mijn last is licht, en mijn juk is zacht! Mijn regels zijn niet ingewikkeld, Mijn boodschap is niet te zwaar. Je hoeft Mij niet te betalen, je wordt niet ziek van Me, je wordt niet oud van Mij, Ik ben niet je vijand, je hoeft voor Mij niet op de vlucht te slaan! Kom naar Mij… Ik kom je helpen je lasten te dragen.”

Jezus, God komt ons tegemoet. Hij komt ons tegemoet in médemensen: Mensen die ons helpen onze lasten te dragen. Mensen die voor ons zorgen als we ziek zijn. Die ons troosten wanneer we ons alleen of eenzaam voelen. Die ons vriendelijk aanspreken, ons opvrolijken. Mensen die rust weten te brengen in roerige tijden. Die zich belangeloos inzetten, mensen die vredebrengers zijn hoe dan ook…

…Het juk van de ossen verdeelt de zware last onder hen tweeën. Door als mensen samen het juk op te nemen worden de lasten verdeeld, en lichter…

Dat is iets wat wij, gewone mensen, jong en oud ook kunnen met elkaar… Zo doende komt uiteindelijk de Heer ons tegemoet…