Doe maar wat Jezus zegt; dan komt het wel goed

Peerke Donders

Marc Massaer

Broeders en zusters in Christus,

Dankzij Jezus kan op de bruiloft van Kana het feest doorgaan. Maria speelt daarbij een heel belangrijke rol want zij merkt als eerste dat de wijn bijna op is, en ze meldt dit aan Jezus. Door Jezus’ afwijzing laat zij zich niet uit het veld slaan want ze zegt tegen de bedienden: "Doe maar wat Hij zegt; dan komt het wel goed."
Maria moedigt hen aan op Jezus te blijven vertrouwen Doe maar wat Hij je zegt en wat Hij jou te doen geeft; dan komt het goed. Dat is ook zo in ons leven: als je moeilijkheden, zorgen of uitdagingen tegen-komt, doe dan maar wat Jezus zegt, vertrouw alles aan Hem toe en je zult merken dat Hij wonderen doet in je leven.

Die gelovige houding van Maria zien we terug bij grote mannen en vrouwen in de geschiedenis. Zo iemand was Petrus Donders, wiens gedenkdag we deze week vieren. Op 14 januari 1887 overleed deze zoon uit een arm Tilburgs weversgezin in het afgelegen Surinaamse melaatsenkamp Batavia. Zijn leven stond in het teken van dienstbaarheid: hij heeft zich ingezet om in navolging van Jezus zijn leven te delen met miskende bevolkingsgroepen en uitgestoten melaatsen. In die zin zou je Petrus Donders ‘een bediende van Gods Bruiloftsmaal’ kunnen noemen. Net als de bedienden in Kana gaf hij aan de zieken levens-vreugde en hij wees hun de weg naar Gods liefde.
Dat willen dienen heeft heel het leven van Petrus Donders gekenmerkt. Peerke, zoals hij nog altijd lief-kozend op z’n Brabants wordt genoemd, wilde als kind al priester worden, maar de armoe thuis maakte dat haast onmogelijk. Hij werd uiteindelijk toegelaten als bediende op het kleinseminarie. En een bediende, dienaar van anderen, is hij gebleven. Omdat hij van arme komaf was, werd hem geadviseerd maar pater te worden. Hij klopte aan bij verschillende kloosterordes, ook bij de redemptoristen. Dat was toen nog in Sint-Truiden, precies één jaar voor de eerste redemptoristen naar Wittem kwamen. Maar hij werd afgewezen: ze zagen niet zoveel in hem. Uiteindelijk werd hij aangenomen op het diocesaan semi-narie, waar parochiepriesters werden opgeleid. Toen de verantwoordelijke voor de missie in Suriname dat seminarie ging bezoeken om missionarissen te werven, stond het besluit van Petrus Donders meteen vast. En één jaar na zijn priesterwijding in 1841 vertrok Peerke naar Suriname. Hij zou nooit meer thuis komen. Hij woonde en werkte er 45 jaar, tot zijn dood op 14 januari 1887.
Contact hield hij wel door middel van brieven aan zijn thuisfront in Brabant. Als je ze leest, dan valt het op hoe vaak hij in zijn leven zocht naar ‘Gods Heilige Wil’. Steeds vraagt hij zich af: ‘Wat wil God van mij?’ Dat kan wat vroom overkomen, maar er spreekt wel een houding uit van onbevangen openstaan voor wat op je afkomt. Bidden en het evangelie beluisteren met een open houding van onvoorwaardelijke beschik-baarheid en totale dienstbaarheid aan de ander, is werken in de kracht van de H. Geest.
Niet alleen als priester en geloofsverkondiger deed Peerke dat, maar ook in het concrete leven. In Batavia, ‘dumpplaats’ van verstoten melaatsen, zien we hem brandhout hakken en het huisje schoonvegen van een melaatse en windels van leprapatiënten vernieuwen. Peerke Donders ging ver in zijn naastenliefde, niet alleen voor de melaatsen in Batavia, ook voor de slaven en andere miskende en rechteloze groepen die hij in Suriname opzocht. Waar haalde hij de kracht vandaan? Hij was bewogen door de kracht van de
H. Geest om in concrete daden van barmhartigheid mensen te helpen. Hij deed dit vanuit het geloof dat elke mens een geliefd kind van God is. En ‘wat je voor de minsten van de Mijnen hebt gedaan, heb je voor Mij gedaan’. Die krachtige uitspraak van Jezus heeft Petrus Donders tot zijn levensinstelling gemaakt en beleefd in het leven van elke dag.

Paus Franciscus heeft ‘barmhartigheid’ weer hoog geplaatst op de agenda van de kerk en van allen die zich christenen noemen. Hij roept ons op “ons hart te openen voor allen die leven in de meest hopeloze randgebieden van het bestaan”. Peerke Donders zocht inderdaad die hopeloze randgebieden op, om daar aan mensen hoop te brengen met zijn warm en barmhartig hart, met een helpende hand en een bemoedigend woord.

“Doe maar wat Hij jullie zeggen zal.” En de bedienden van de bruiloft déden wat Jezus hun zei en zo kon het wonder geschieden van overvloedige wijn, van feest voor allen. “Doe maar wat Hij je zeggen zal.” Petrus Donders deed dat en opende zo de deur naar overvloedige verlossing en bracht vreugde in het leven van de melaatsen.
Mochten ook wij net als de bedienden tijdens de bruiloft van Kana en als Peerke Donders instrumenten zijn in de handen van God om mensen in nood te helpen door daden van barmhartigheid want dan zaaien wij de vreugde van Gods liefde om ons heen en werken wij mee aan de komst van Gods koninkrijk. Amen.

Printversie