Gods geest werkt binnen en buiten de Kerk
Marc Massaer
Wil je als voetbalclub, koor of muziekvereniging overleven en op niveau blijven, dan zijn er nieuwe leden nodig die zorgen voor vernieuwing en enthousiasme in de groep. Je enkel beperken tot de groep die je kent, en anderen afwijzen zorgt er op langere termijn voor dat je het als club of vereniging niet overleeft. Oog en oor hebben voor nieuw talent en nieuwe mensen die bij de club of vereniging passen, is dus van levensbelang voor de vitaliteit van een vereniging.
Over een mentaliteit die oog heeft voor nieuwe mensen die geraakt worden door heilige Geest, daarover gaat het vandaag in de H. Schrift. Zowel de eerste lezing als het evangelie wil eenzelfde thema onder de aandacht brengen, namelijk dat mensen die geen deel uitmaken van een bepaalde groep, optreden alsof ze er wel toe behoren. In de eerste lezing gaat het om twee mannen die ineens beginnen te profeteren, alsof ze door God zelf zijn geroepen om zijn profeet te zijn. In het evangelie drijft een man die geen volgeling van Jezus is, toch in zijn naam duivels uit. In beide lezingen wordt daar door een leerling boos op gereageerd. In de eerste lezing wordt die leerling daarom terechtgewezen door Mozes, en in het evangelie door Jezus. Opvallend daarbij is dat zowel Mozes als Jezus heel positief op die zogenaamde buitenstaanders reageert. Mozes zou niets liever hebben dan dat Gods geest over heel het volk zou neer-dalen, zodat ze allen zouden profeteren, en Jezus formuleert een heel opvallende leefregel, namelijk: ‘Wie niet tegen ons is, is voor ons.’
‘Wie niet tegen ons is, is voor ons.’ Het lijkt vanzelfsprekend, maar makkelijk is anders. Want wij zijn dikwijls geneigd om alles en iedereen - collega’s, kennissen, concurrenten enzovoort - door onze eigen bril te bekijken en met onze eigen maat te meten, en dat komt nogal eens neer op afwijzen wat niet beant-woordt aan ons eigen doen en denken. We reageren dus zoals Johannes, en wellicht ook zoals de andere leerlingen van Jezus: alleen zij hebben het brevet van apostel, dus alleen zij mogen werken in Jezus’ naam en alleen van hun groep kan iets goeds verwacht worden.
Kijken waar de H. Geest in je persoonlijk leven en in de kerk actief is. In onze parochie is de Nacht van het gemis, een vrucht van de H. Geest. Mensen nabij zijn die zich eenzaam voelen en verdrietig zijn omwille van een overleden geliefde. Ook de Alphacursus, een laagdrempelige geloofscursus, is een vrucht van de H. Geest, waarbij mensen in gesprek gaan over de kern van het geloof.
Wat Jezus ons in het evangelie wil leren is dat Gods geest ook werkzaam is in mensen buiten onze eigen bekende kring van gelovigen. Willen we als kerk vitaliteit uitstralen, dan is het onze opdracht nieuwe mensen van goede wil te zoeken en bij de kerk te betrekken. Mensen die anders denken en zijn als wij, zijn zeker niet altijd tegen ons en zullen ons ook niet altijd tegenwerken. Als mensen iets goed doen of kunnen, dan mogen we niet jaloers zijn maar dienen we blij te zijn dat zij dat talent van God hebben gekregen en goed gebruiken. We mogen niet toegeven aan de zonde van jaloersheid, machtsmisbruik, egoïsme of wat voor zonde ook want dat veroorzaakt verdeeldheid en brengt geen zegen. En elk rijk dat verdeeld is, gaat ten onder.
De Heer Jezus vraagt van ons dat wij waarachtige christenen zijn, die laten zien dat wij één zijn in het geloof, de hoop en de liefde.
Zoals de wind waait waarheen hij wil, zo waait de geest waarheen hij wil. De H. Geest zet mensen aan tot het goede. Moge de H. Geest de harten van meer mensen raken, opdat ze in beweging komen, het goede doen en in woord en daad getuigen van de evangelische boodschap tot welzijn van de gehele kerk en de samenleving. Amen.