Doe maar wat hij je zeggen zal

Bruiloft te Kanaan glas-in-lood

Marc Massaer

“Zo maakte Jezus te Kana een begin met de tekenen en openbaarde Hij zijn heerlijkheid.” Hiermee eindigt Johannes, wanneer hij het inmiddels welbekende verhaal van de ‘bruiloft van Kana’ verteld heeft. Johannes beschrijft in heel zijn evangelie welgeteld zeven ‘tekenen’, ‘wonderen‘ zouden wij zeggen, waarin Jezus laat zien wie Hij is en vooral wat Hij als boodschap wil uitdragen. En het eerste het  beste teken is al veelzeggend: dat mensen het leven zouden mogen ervaren als een feest waarin de wijn nooit opraakt, waarin overvloed is voor iedereen.

Door de eeuwen heen zijn vele mannen en vrouwen geraakt door die Blijde Boodschap van Jezus en erop uitgetrokken om mensen uit te nodigen deel te nemen aan dat bruiloftsmaal. Zo iemand was de priester-missionaris Petrus Donders, in Brabant en vooral in Tilburg bekend als ‘Peerke’. Hij had Jezus leren kennen als iemand die niets liever wil dan dat alle mensen gelukkig worden door het geloof in Hem als de Verlosser. Peerke wilde als kind al priester worden, maar voor iemand uit een arm milieu was dat geen eenvoudige zaak. Met doorzettings-vermogen lukte hem dat toch, en toen de verantwoordelijke voor de missie in Suriname op het seminarie hulp, mankracht kwam vragen, bood Peerke zich aan -als enige. Een jaar na zijn priester-wijding vertrok hij in 1842 naar dat verre land. Zijn aandacht ging vooral uit naar de achtergestelde slaven en vanaf 1855 naar de melaatsen die werden weggestopt in wat je rustig kunt nemen ‘dumpplaats’ Batavia, ver in de jungle van Suriname. ‘Aandacht geven’ is te zwak uitgedrukt voor wat Peerke voor hen betekende: hij bezocht hen in hun armzalige hutjes, waste hun stinkende wonden en gaf hun zijn eigen voedsel en kleding. 

Twee dagen geleden, 14 januari, was het 135 jaar geleden dat hij daar stierf, 77 jaar oud. Te midden van zijn mensen werd hij begraven. Later werd zijn lichaam overgebracht naar Paramaribo, waar hij nu een eregraf in de kathedraal heeft. Al gauw kwam de verering van deze bijzondere missionaris op gang. Op 23 mei 1882, dit jaar dus 40 jaar geleden, werd hij zalig verklaard.

Terug naar het evangelie van vandaag. Ik kan me goed voorstellen dat voor Petrus Donders dit verhaal van de bruiloft van Kana een inspiratiebron is geweest. Hij zal zich vast herkend hebben in de scène rond Maria en de bedienden. Maria is ook te gast bij die bruiloft en komt als eerste in actie als de wijn op is. Zij meldt de vervelende situatie aan haar zoon, maar lijkt bot te vangen: “Mijn uur is nog niet gekomen.”
Zij laat zich niet uit het veld slaan en zegt tegen de bedienden: "Doe maar wat Hij zegt; dan komt het wel goed". Dat is Maria ten voeten uit. Jezus’ ogenschijnlijk afwijzende reactie snapt ze misschien niet, maar ze moedigt de bedienden aan het vertrouwen in Jezus toch niet te verliezen. Doe maar wat Hij je zegt en wat Hij jou te doen geeft. Dan komt het goed.

Dat rotsvaste vertrouwen was ook de stuwende kracht in Peerke, heel zijn leven lang. Hij woonde en werkte 45 jaar onafgebroken in Suriname; tussentijds is hij nooit thuis geweest. Contact hield hij door middel van brieven aan zijn thuisfront in Tilburg; en die werden dan gretig vanaf de kansel voorgelezen.  Als je die brieven leest, valt op hoe vaak hij de gang van zijn leven ziet als ‘Gods Heilige Wil’. Steeds vraagt hij zich af: ‘Wat wil God van mij?’ Dat kan wat vroom overkomen en we zijn er huiverig voor iets meteen ‘Gods wil’ te noemen. Maar er spreekt wel een houding uit van onbevangen openstaan voor wat op je afkomt: biddend en het evangelie beluisterend jezelf afvragen: ‘Wat wil God van mij?’ Dankzij die levenshouding van ‘doe maar wat Hij je zeggen zal’ is het een leven geworden van  onvoorwaardelijke beschikbaarheid, van totale dienstbaarheid aan de ander.
Petrus Donders was niet alleen priester en geloofsverkondiger. In Batavia, ‘dumpplaats’ van verstoten melaatsen, zien we hem ook brandhout hakken en het huisje schoonvegen van een melaatse, windsels vernieuwen rond door lepra wegrottende voeten. Peerke ging ver in zijn naastenliefde, niet alleen voor de melaatsen in Batavia, ook voor de slaven en andere miskende en rechteloze groepen die hij in Suriname opzocht. Hoe krijgt hij dat klaar? Wat beweegt hem in Gods naam? Ja, inderdaad: ‘in Gods Naam’, dát bewoog hem. Vanuit het geloof dat elke mens, wie of waar dan ook, een geliefd kind van God is. En “wat je voor de minsten van de Mijnen hebt gedaan, heb je voor Mij gedaan”. Die krachtige uitspraak van Jezus heeft Petrus Donders tot zijn  levensinstelling gemaakt; het ging in zijn genen zitten.

Paus Franciscus heeft ‘barmhartigheid’ weer hoog op de agenda geplaatst van de kerk en van allen die zich christenen noemen, met de oproep om “ons hart te openen voor allen die leven in de meest hopeloze randgebieden van het bestaan.” Peerke Donders zocht inderdaad mensen in die hopeloze randgebieden op, om ze hoop te brengen. Hoop die hij zichtbaar maakte door een warm hart, een helpende hand, een goed woord.

“Doe maar wat Hij jullie zeggen zal”. Op die aansporing van Maria déden de bedienden op de bruiloft wat Jezus hun zei, en zo kon het wonder geschieden van overvloedige wijn, van feest voor allen. “Doe maar wat Hij je zeggen zal”. Petrus Donders werd ook een bediende voor Gods feestmaal.
Wensen we elkaar toe, dat ook wij mogen zijn als die bedienden tijdens de bruiloft: dat ook wij – op onze eigen wijze en met onze middelen – voertuigen van hoop en overvloedige verlossing mogen zijn. Amen.

Printversie