De nederigheid van Johannes en van Maria

kaarsjes

Marc Massaer

Broeders en zusters in Christus,

Vanaf het najaar tot in maart is de meest geschikte periode om te snoeien. Wilde takken en ranken worden weggehaald, dood hout en kankerplekken dienen verwijderd te worden om zo bomen en planten gezond te houden en te doen groeien. Snoeien om te groeien en te bloeien is nodig in de natuur maar ook in het christelijk leven.
De adventstijd is een geschikte tijd om te snoeien en te verwijderen wat niet bij de christelijke levensstijl hoort.

De figuur van Johannes de Doper roept op ons tot bekering want het Koninkrijk der hemelen is nabij. Wat weggesnoeid dient te worden is de verdeeldheid onder christenen, die veroorzaakt wordt door roddels, leugens, kwaadsprekerij, haat, jaloezie, trots en hoogmoed. De adventstijd is de tijd om het licht van het christelijk geloof helderder te laten schijnen in je hart en de donkere zijden weg te doen door het licht van Christus daarop in te laten werken.
De profeet Johannes de Doper wijst naar Jezus als diegene die zal dopen met de heilige Geest en met vuur. Vuur heeft in de Bijbel twee betekenissen: het werkt zuiverend of louterend en maakt mensen enthousiast en zet hen in beweging. Dat het vuur van Gods liefde meer mag branden in ons hart en dat de onderlinge liefde mag groeien, daartoe worden wij uitgenodigd in de advent.
De adventstijd is een woestijntijd, een periode van inkeer, stilte en gebed. Je kunt deze periode niet zo maar overslaan en al meteen beginnen met het houden van allerhande kerstvieringen. Een mens heeft behoefte aan een woestijntijd om tot zichzelf en de Heer te komen. De Heer wil ons meer zicht op ons leven geven en ons de genade schenken van groei in geloof, hoop en liefde. Waar besteden we te veel tijd aan en zouden we meer tijd vrij kunnen maken voor de Heer?, is de vraag die wij ons dienen te stellen. Verslaving aan materiele dingen en het kwade onder ogen durven zien, dit uitspreken voor God, dat werkt bevrijdend en zorgt voor verzoening met God en je naaste.
In de tweede lezing spoort de apostel Paulus ons aan tot eensgezindheid in het geloof en tot een van hart zijn om zo God te verheerlijken. Elkaar aanvaarden in de geloofsgemeenschap, elkaars goede kanten zien en elkaar helpen om het Koninkrijk der hemelen te bereiken, daartoe roept de apostel Paulus ons op.

Om daaraan te werken heb je de houding van nederigheid van Johannes de Doper nodig, die zegt: "Hij die na Mij komt, is sterker dan ik en ik ben niet waardig Hem van zijn sandalen te ontdoen". Johannes de Doper maakt zichzelf klein en verwijst naar Jezus, het Lam Gods dat de zonden van de wereld wegneemt. Zoals bloemen en planten zich draaien naar het volle zonlicht, zo kunnen wij als christenen maar groeien in de liefde als wij ons leven richten naar Jezus, die voor ons ‘de zon’ van ons leven is.
Nederigheid is echter nooit de grootste deugd van mensen geweest. De toren van Babel wordt steeds weer opgetrokken, steeds groter, steeds vergeefs. Door hoogmoed en machtsmisbruik bouwen mensen muren op en worden ze onbereikbaar voor elkaar.
Wie trots is, sluit zich op in zichzelf, sluit zich af van anderen en zet alles naar zijn of haar hand.
De nederige stelt zich open voor de werking van de H. Geest in mensen.
Niet toevallig vieren we in de advent het hoogfeest van Maria's Onbevlekte ontvangenis. Het is het feest van de gave van de totale openheid. De woorden van Maria aan de engel Gabriël maken dat duidelijk:
"Zie de dienstmaagd des Heren. Mij geschiede naar uw woord."
Daarom zijn zo veel mensen vandaag de dag gestrest, omdat ze te veel zichzelf centraal stellen en te weinig rekening houden met God en andere mensen. De advent houdt ons de nederige gestalten van Johannes de Doper en Maria voor om open te staan voor God, die verrassend optreedt in het leven van mensen.

Mochten ook wij diezelfde houding van openheid voor Gods genade hebben, dan staan wij dicht bij het Koninkrijk der hemelen. Amen.

Printversie