Dag en nacht in de weer

Steven Barberien

Steven Barberien

Vorige week hoorden we in de lezing van het evangelie hoe Jezus ’s ochtends ging bidden in de synagoge. Hoe Hij sprak met gezag en hoe Hij in de gebedsviering een bezeten man genas. Niet alleen woorden dus, maar ook daden. Dat moet Petrus ook gedacht hebben en daarom neemt hij Jezus mee naar zijn zieke schoonmoeder, die al dagen met koorts in bed ligt. Misschien van de griep of van de zorgen. Want eerlijk gezegd, je zou van minder ziek worden als je de schoonmoeder van Petrus bent. Hij is met haar dochter getrouwd en nu heeft hij zijn werk als visser opgegeven om Jezus te volgen. Wie brengt nu het geld binnen? Wie zorgt nu voor haar dochter en voor haar? Petrus zal gedacht hebben: “Als mijn schoonmoeder Jezus ziet, dan zal ze wel genezen van haar zorgen en koortsdromen.”

En Jezus gaat haar natuurlijk opzoeken. Hij doet niets liever dan naar mensen toe gaan. Hij pakt haar bij de hand, Hij raakt haar aan, meer nog: Hij raakt haar in haar ziel, zodat ze opstaat; ze verrijst, ze leeft weer op. Er is geen koorts meer of angst of onzekerheid. Petrus’ schoonmoeder is tot geloof gekomen. En niet alleen met mooie woorden, maar ook met  daden...  

Dus gaat die schoonmoeder aan de slag om te bedienen. Letterlijk staat er DIAKONIEIN: ze biedt haar diensten aan. En ze doet wat ze kan en kent, om Jezus te dienen. Om Hem te helpen geeft ze Hem goed te eten, zodat Hij vooruit kan. Och, ’t is eigenlijk een keilieve oma, die schoonmoeder van Petrus.

Ondertussen is het al avond en Jezus kan er weer tegen na die goede maaltijd. De Sabbat is voorbij, evenals de verplichte rust van de mensen, en dus brengen ze zieken, verslaafden en bezetenen naar Jezus. En tot diep in de nacht is Hij bezig. Zijn inzet voor de Blijde Boodschap is tomeloos: alles is Hij voor allen om hen te redden. Maar dan trekt Hij zich terug om te bidden op een eenzame plaats...  

Zo is Hij altijd bezig met zijn mensen: met zijn hoofd als hun leraar in de synagoge, met zijn handen als hun heelmeester en met zijn hart als hun voorspreker in gebed.

Jezus zijn werkdag verloopt tussen twee gebedsmomenten, ’s ochtends en ’s avonds.  En zoals Hij voedsel moet krijgen van Petrus’ schoonmoeder om lichamelijke kracht op te doen, zo
moet Hij van zijn Hemelse Vader geestelijk voedsel krijgen door het gebed om zijn zending vol te houden. Vandaar dat zijn werk zo vruchtbaar is. Een boom groeit ook alleen maar als zijn wortels diep in de grond zitten, en dan kan hij tegen een stevige windstoot. Zulke stormen staan Jezus ook te wachten...  

Maar ondertussen gaat Hij weldoende rond tussen de mensen en raakt Hij hen aan; Hij raakt hen in het diepst van hun ziel... Hij raakt ook ons aan en zegt: “Ik zal er zijn voor jou! Tussen licht en donker, tussen donker en licht, altijd... Ik ben dag en nacht in de weer voor jou...”