Als het ons te veel wordt

Profeet Elia met engel in de woestijn

Steven Barberien

Het kan iedereen overkomen: wanhoop! Je bent bekaf, doodop, je kan niet meer. “Het is genoeg geweest! Ik ben doodmoe… ik wil niet meer vechten, ik wil dood… Geef me maar een spuitje…”
De profeet Elia maakt een soortgelijke wanhoop mee, een doodsverlangen dat groeit naarmate zijn situatie uitzichtlozer wordt. Hij is op de vlucht voor een koningin die hem naar het leven staat, omdat hij de oude goden in hun hemd had gezet ten voordele van de éne ware, de Heer! Hij zit in een diep dal, is aan het einde van zijn lichamelijke en geestelijke krachten… De dood is zijn uitkomst. Hij is opstandig: waarom laat God dit toe? Wat is de zin van dit lijden? Waarom zou ik nog willen leven?
Hij richt zijn vragen, zijn pijn, met vloeken en zweren niet tegen een noodlot zonder naam, maar tegen God, wiens Naam - ‘Ik ben die is’ - zo groot is dat je hem niet mag uitspreken… “Heer, het is te veel geworden, laat me maar sterven…” En hij legt zijn hoofd neer en valt van ellende in slaap.

Deze slaap is dubbel-zinnig. Het is opgeven en zich niet meer bewust willen zijn van de problemen, maar ook zich overgeven en toevertrouwen aan God en dáárom kan God ingrijpen. God laat hem aanstoten, schudt hem wakker uit zijn zelfbeklag, doet hem opstaan uit zijn depressieve en destructieve gedachten. En laat hem eten en drinken. Elia ziet het versgebakken brood en de kruik wijn… en dat is van groot belang! Hij ziet dus weer iets positiefs, een beetje licht aan het eind van de tunnel, maar het is nog te ver, de pijn zit nog te diep, de onrust is nog te groot. Weer geeft hij zich over aan de verdoving van de slaap en hij wordt nogmaals gewekt uit zijn nachtmerries of irreële dromen…

Vast voedsel en fris water moeten hem verkwikken en oppeppen. Hij wordt gesterkt door Gods liefdevolle zorg en gaat zo op weg vanuit het diepe dal van mislukking, depressie, angst en oververmoeidheid, vanuit het verlangen naar de dood, naar het leven. Veertig dagen en nachten duurt deze weg van genezing tot hij de top bereikt en er helemaal bovenop is.

God geeft zorg!
God tilt ons op uit het stof.
God geeft ons voedsel om van te leven.
Daarom ook kan Jezus zeggen: “Ik ben het Brood van het leven. Wie van Mij eet, zal leven in eeuwigheid. Meer nog, ook in deze wereld, in dit leven zult ge er baat bij vinden om te eten van dit Brood.”
Het is echt het brood dat engelen geven, teken van Gods zorg en nooit aflatende liefde, teken van Jezus’ leven voor ons.
Amen.

Printversie