Alle bee(s)tjes helpen!

samen sterker

Cees Remmers

Elke morgen valt de krant in de bus en elke morgen staat hij vol van allerlei ellende, die ik de avond daarvoor al drie keer op tv heb gezien: volkeren en religies met elkaar in oorlog; aanslagen - dan hier dan daar; mensen op de vlucht - nergens een veilig thuis; een aarde die opwarmt, de lucht die vervuilt; mensen achter muren, grenzen van prikkeldraad; wankele bootjes die vergaan, kinderen die aanspoelen op het strand…

En dan wordt het Kerstmis en zingen we over vrede op aarde… Maar stiekem denken we: dat lukt ons nooit, wij kleine mensen tegen al dat geweld. We zingen van licht maar het blijft donker; we geloven dat God mens is geworden, maar zien tegelijkertijd hoeveel mensen denken dat ze God zijn… Al onze goede wil beschiet er dus niet aan. Dat denk ik vaak, net als u: de oorlog is te groot, de armoe te schrijnend, de rij vluchtelingen te lang… er is geen redden aan… We voelen ons klein en machteloos bij al dat groot geweld en al dat vele verdriet… en dus geven we het op, doen we maar niks of heel weinig.

En dat is niet goed; we kunnen wel degelijk wat doen….
En dan denk ik aan het verhaal over een club kleine mieren, die er samen op uit trokken om eten te zoeken. Ze klommen tegen een boom op, tenminste, dat dachten ze, maar toen ze goed keken, zagen ze dat het de poot van een olifant was.
Die voelde natuurlijk niks van die mieren, totdat ze in zijn oor kropen… Honderden mieren trokken de grote donkere gang van zijn oor in en toen werd die olifant onrustig. Binnen in zijn oor jeukte het van jewelste, maar hij kon met zijn poot zijn oor niet in… Hij ging op de grond liggen kronkelen want het bleef maar jeuken... Tot de mieren het daglicht weer opzochten en naar buiten kropen. Die hadden het grootste plezier want nu wisten ze dat wat klein is, niet hoeft te verliezen van wat heel groot is… Al die kleine beestjes samen wonnen het van die reusachtige olifant…

Uw kerstkaart, uw tientje voor het goeie doel, uw lichtje voor een ander, uw hartelijk woord voor een vreemde, het thuis dat u biedt aan kinderen en kleinkinderen, uw  bloemetje zomaar door het jaar, uw bidden en zingen met elkaar, een complimentje, niet alles gewoon vinden, even zwaaien naar iemand, verdriet delen, de zorg van een ander niet weglachen, op tijd dank je wel zeggen, haar hand op jouw schouder, zijn arm om jou heen, en samen het geloof bewaren dat al die klein dingen het kunnen winnen van het grote geweld… zoals die kleine mieren het wonnen van die grote olifant…

Alle beetjes helpen… volhouden!                                              

 

Printversie