Wat wil je dat ik voor je doe?

bartimeus_1_

Gust Jansen

“Wat wil je dat Ik voor je doe?”, vraagt Jezus aan de blinde.

Datzelfde hoorden we Hem vorige week vragen aan Jacobus en Johannes: “Wat wilt ge dat Ik voor u doe?” En dan vragen die twee om een ereplaats. Schaam je, zegt Jezus, je weet niet wat je vraagt. Die twee zijn blijkbaar nog steeds blind voor wat Jezus van hen vraagt: de minste zijn. In plaats van zelf groot te willen worden moeten ze aandacht hebben voor de kleinen, mensen aan de kant, die niet worden gehoord of gezien. Mensen als de blinde Bartimeus.

De man die niet zien kan, wordt ook nog monddood gemaakt. “Wees stil!” snauwen de omstanders. “Hou op met je geschreeuw”, zeggen ze, als hij naar Jezus roept om hulp…

Maar Jezus staat stil, staat stil bij het verdriet van mensen. En dus zegt Hij: “Roep hem eens hier.” En dan doen zijn leerlingen wat wij ook horen te doen: mensen helpen opstaan en moed inspreken: “Hou moed”, zeggen ze, “sta op, Hij roept je.”
En Jezus stelt de blinde dezelfde vraag als daags tevoren aan Jacobus en Johannes: “Wat wil je dat ik voor je doe?” En eigenlijk is dat in het kort zijn hele leven: stilstaan bij andermans verdriet en vragen: ‘Wat kan Ik voor je doen?’

Als Jezus Bartimeus bij zich roept, is hij al half genezen; genezen van die ándere pijn, dat hij niet gezien werd. Want Bartimeus wilde (net als ieder mens) niet alleen zíen, hij wilde ook graag gezien wórden.

Het zijn er velen, mensen die net als Bartimeus niet worden gezien of niet worden gehoord, omdat hun het zwijgen wordt opgelegd. Als Jezus hem wel hoort en wil zien, vindt de blinde dat al een wonder en is hij dus al half genezen, want een mens wil gezien worden!

En als Jezus hem vraagt wat hij voor hem doen kan, vraagt hij om een tweede wonder: “Heer, zorg dat ik zien kan!”

Als je, tegen alles en iedereen in, blijft roepen, hopen, bidden om hulp - zoals Bartimeus doet, dan moet je een groot geloof hebben. “Je geloof is je redding”, zegt Jezus en die blinde gaat zien.

Wat zijn er veel mensen – zei ik – die net als Bartimeus gezien willen worden. Maar wat zijn er ook veel die net als hij zouden willen zien, maar wier ogen vertroebeld zijn door tranen van verdriet. Wat zijn er veel mensen die geen goeie kijk op anderen hebben door hun vooringenomen standpunt. Wat zijn er veel mensen die het allemaal voor gezien houden en blind zijn geworden voor al het mooie om hen heen.
En tenslotte: wat zijn we allemaal soms blind voor mensen die gezien willen worden. Wat staan we weinig, of te weinig stil bij mensen die, als die blinde van toen, thans om onze hulp en ons meeleven roepen…

Zoals Bartimeus indertijd naar Jezus riep, zo roept Jezus tot op de dag van vandaag naar ons om oog en oor te hebben voor mensen die gezien en gehoord willen worden.