'Toe-komst'

Op reis naar de toekomst

Steven Barberien

Als de wereld op z’n kop is gezet, je verdreven bent van huis en haard, jouw dorp of stad verwoest is en teruggebracht tot hopen puin…, dan lijkt de toekomst hopeloos ver weg…
Het overkwam het volk Israël. Na jarenlange ballingschap keert het terug naar een desolaat Jeruzalem, dat slechts een schim is van wat het ooit voorstelde. Jesaja schreeuwt een hartenkreet uit: “Scheur toch de hemel open, God, en daal af!”
Wanneer het kwaad ons bedreigt, het lijden goede mensen treft, ons de toekomst ontnomen wordt door een levensbedreigende ziekte…, schreeuwen ook wij: “God, waar bent U? Kom uit uw hoge hemel neer en daal af van uw troon om bij ons, uw mensen, te zijn!”

Soms lijken de omstandigheden van het leven uitzichtloos…, maar voor een mens die leeft naar de Bijbelse Boodschap, is er altijd toekomst. God zelf staat immers borg voor die toekomst. Hij garandeert dat het niet ophoudt maar doorgaat. God laat ons niet los of laat ons niet vallen in het grote niets, in het zwarte gat van vergetelheid… Neen, Hij komt naar ons toe.

Toekomst is datgene wat op je afkomt, maar ook waarnaar jij op weg bent. Er zit dus een passieve en een actieve kant aan. Jesaja wijst ons met zijn hartenkreet op de passieve kant van de toekomst, waarbij we alles verwachten van God. Hij moet ons maar tegemoet komen.
Terwijl Jezus ons laat verstaan dat we waakzaam en attent moeten zijn, zodat we actief worden. Wie zijn ogen en oren openhoudt voor wat op hem afkomt, die kan daarop inspelen en ernaar toewerken. De toekomst komt op je af, maar je kunt hem ook voor een deel zelf maken en sturen! “Bouwen aan je toekomst!” zeggen we wel eens.

De profeet Jesaja en de ballingen die thuiskwamen in hun verwoeste stad, hieven hun handen op ten hemel om God om hulp te smeken, maar tegelijkertijd staken ze de handen uit de mouwen om hun stad steen voor steen weer op te bouwen. Met het toekomstvisioen van een hemels Jeruzalem voor ogen richtten ze het aardse Jeruzalem weer op. Ook wij in onze tijd kunnen de droom van het Rijk Gods en onze toekomst dichterbij brengen en actief bespoedigen, door er zorg voor te dragen dat het woord van liefde dat wij van God ontvangen, wordt omgezet in daden van liefde.

Met Kerstmis gaan we vieren dat Gods liefdevolle Woord is mens geworden. Dat uit de hoge hemel neer, de Zoon ons nabijkomt en te hulp schiet. God geeft inderdaad toekomst aan mensen. Hij laat altijd weer licht schijnen aan het eind van de tunnel, als we in zak en as zitten. Zo geeft Hij ons hoop op een stralende toekomst. Maar als je dat stralend licht op het eind van de tunnel wilt bereiken, kun je niet passief blijven. Je zult zelf moeten opstaan, je mouwen moeten opstropen en aan de slag gaan; op weg naar dat licht, op weg naar de toekomst. Een mens kan niet alles van God laten afhangen… en moet ook eigen verantwoordelijkheid dragen.

De toekomst komt naar je toe… maar jij moet de toekomst ook tegemoetgaan.
Gods Rijk zal komen…maar niet vanzelf…, zoals we ook bidden: Uw rijk kome, als wij uw wil doen op aarde.

Printversie