Standvastige liefde

Intocht in Jeruzalem

Steven Barberien

In de voetbalstadions staan de supporters elke week trouw op de tribune hun helden aan te moedigen, luid zingend en met de clubsjaal in beide handen. Van tijd tot tijd worden ze wat heftiger in hun gebaren en een enkeling waagt het Bengaals vuur af te steken…
Als mensen warmlopen voor iets, dan kan dit soms té vurig worden…

In de straten van Jeruzalem overkomt het Jezus. De menigte roept Hem toe. Ze trekken takken van de bomen en leggen hun mantels op de grond. Het lijkt wel of ze door het dolle heen zijn! Heel de stad viert feest. En Jezus is de grote kampioen! Hij wordt bijna letterlijk op handen gedragen door de menigte… Maar deze euforie duurt slechts even. Na enkele dagen keert het tij zich en de sfeer wordt grimmig. Eerst hoera, hosanna en dan weg ermee, aan het kruis!

We moeten nu niet geloven dat wij moreel beter of superieur zouden zijn aan die mensen van toen… Wij zijn echt uit hetzelfde hout gesneden, hoor! Want ook wij laten ons meeslepen door de emoties van het moment. We bejubelen iemand met de mooiste woorden, maar o wee als die persoon ons in iets teleurstelt of niet voldoet aan ons verwachtingspatroon… Even vlug kunnen we hem weer van de sokkel halen waar we hem zelf hebben opgezet. Onverbiddelijk.

In ons geloven doen we niet veel anders. Als alles goed gaat, hebben we God niet nodig en danken hoeft dan ook niet, vinden we. Maar als het fout gaat, geven we Hem graag de schuld want waarom laat Hij dit alles toe?

God wil graag in ons leven aanwezig zijn. Hij wil binnentreden in ons bestaan. Hij is geen partij die erom vraagt met veel gejuich binnengehaald te worden. Neen, Hij wil er gewoon zijn en verlangt dat we Hem de kans geven stap voor stap met ons een vertrouwens-, een liefdesrelatie op te bouwen.

God verlangt geen heftige, passionele liefde, die vurig is maar gauw bekoelen kan met het gevaar te eindigen in een drama… Neen, standvastige liefde, daar gaat Hij voor. Een liefde die zich desnoods laat vastspijkeren op het kruis van het menselijk bestaan.

Amen.

Printversie