Spoedeisende hulp

Jezus roept Simon en Andreas

Steven Barberien

Het zou me verwonderen als er hier iemand is die nog nooit het lied van Herman van Veen heeft gehoord: ‘Opzij, opzij, opzij, maak plaats, maak plaats, maak plaats, we hebben ongelofelijke haast…’ Ook de lezingen van vandaag hebben iets hoogdringends in zich:

Er valt dus geen tijd te verliezen voor hen die in God geloven, want God gaat anders om met de tijd dan wij. Voor Hem zijn duizend jaar als één dag. En als God haast maakt…, hoezo hoeven wij ons dan niet te haasten? In een tijdperk dat roept en smacht om onthaasting, klinkt dit zeer tegendraads. Maar hebben generaties voor ons niet wijs gesproken toen ze het spreekwoord vormgaven: ‘De tijd gaat snel, gebruik hem wel’?

Die vissers aan het meer waren druk in de weer met hun netten en als Jezus hen niet geroepen had, dan hadden ze Hem wellicht niet eens opgemerkt! ‘En passant’ worden ze geroepen, terwijl Jezus langsloopt. En als ik het evangelie zo lees, lijkt het wel alsof Jezus hen in het voorbijgaan toespreekt. Het is precies of hij niet stopt wanneer Hij zegt: “Kom en volg Mij!” Hij loopt door, ze moeten maar volgen. Het Rijk Gods duldt geen uitstel. Het moment is daar en het moet gegrepen worden. Het moet vooruitgaan met dat Rijk Gods. Dus roept Jezus ‘en passant’ niet twee maar zelfs vier mannen achter hun netten vandaan. Weg van die dagelijkse beslommeringen die je binden en waarin een mens verstrikt raakt. Alles achterlatend volgden ze Jezus terstond.

Het vraagt wat, hoor, Jezus achternagaan en doen! Je moet alles durven loslaten: je bezigheden, je familie, je werk en inkomen…, en dat per direct. Wie geroepen wordt, dient onmiddellijk te antwoorden… In die zin ben ik ervan overtuigd dat er geen ‘late roepingen’ bestaan, alleen verlate antwoorden, waarbij men het risico loopt Jezus uit het oog te verliezen.

Aangesproken worden door de Heer vraagt dus om een radicale ommekeer. Jona hoorde een vraag van Godswege en gaf er gehoor aan. Hij ging - weliswaar met lood in de schoenen - op weg naar Nineve. De roep om een nieuwe levensstijl naar Gods opdracht vond dus niet alleen bij Hem een open oor en hart. Alle inwoners van Nineve namen dat geloof van Jona aan en bekeerden zich.

De Blijde Boodschap dringt bij ons aan op een andere manier van leven. Of, zoals Paulus zegt: we moeten niet langer opgaan in het aardse. Dat gaat allemaal voorbij… Het Koninkrijk Gods, dát moet komen! Er valt dus geen tijd te verliezen...

Ook wij worden ‘en passant’ door Jezus opgeroepen haast te maken met ons antwoord op zijn uitnodiging: “Kom en volg Mij!” Want er zijn veel vissers van mensen nodig om zijn Rijk tot stand te brengen. Er is dus vraag naar ‘spoedeisende hulp'! 

Printversie