Spiegeltje, spiegeltje aan de wand

Steven Barberien

Steven Barberien

Naar goed gebruik ben ik in de vakantie met de familie naar de Efteling geweest. We hebben een heel plezante dag gehad en erg genoten. En natuurlijk het sprookjesbos bezocht met daarbij het verhaal van Sneeuwwitje. Een slechte koningin, die zich afvraagt: “Wat vinden de mensen van mij?” Spiegeltje, spiegeltje aan de wand, wie is de mooiste in het land? Een eeuwig menselijke vraag: Hoe denken de mensen over mij? Wat is mijn imago? Hoe kom ik over bij de mensen?

En deze vraag is verleidelijk als drijfzand: je kan er niet op bouwen. Wie altijd maar in de spiegel kijkt en zich afvraagt: “Wat zullen ze van mij denken?”, die blokkeert en durft op een gegeven moment niets meer te zeggen of te doen in het leven... Die verliest zijn spontaneïteit, zijn eigenheid en authenticiteit...

“Wie zeggen de mensen dat Ik ben?” vraagt Jezus. Er volgt een ontluisterend antwoord van de leerlingen: “Och Heer, de een zegt dit, de ander dat en een derde weer iets anders. Maar er is niemand die zegt: “Jij bent zoals jij bent en dat is goed zo.” De mensen maken van alles van Jezus, behalve wie Hij echt is. Wie Jezus kent, weet dat Hij zich niets aantrekt van wat de mensen achter zijn rug zeggen. Hij vindt het belangrijker dat zijn leerlingen op het spoor komen van wie Hij werkelijk is. Hij is meer geïnteresseerd in hoeverre zijn leerlingen Hem kennen. Het is een persoonlijke vraag: “Wie ben Ik voor jou? Wat beteken Ik voor jou? Welke plek heb Ik in jouw leven?”

Petrus geeft een juist en leerstellig correct antwoord, zoals het een eerste paus betaamt, maar het is nog niet doorleefd. Het fundament is er wel, de stevige rots staat maar nu moet er verder gebouwd worden. Petrus zal mettertijd inderdaad een sleutelfiguur worden voor de jonge Kerkgemeenschap, omdat hij Jezus steeds beter en steeds intenser leert begrijpen. Petrus zal groeien in geloof en zo kan hij anderen later ook doen delen in dat geloof. Petrus zal vanbinnenuit steeds meer gebonden raken aan de figuur van Jezus, die Zoon van de levende God. Het maakt hem dan niet meer uit wat de mensen van hem vinden of denken. Petrus wil voortaan nog maar in één spiegeltje kijken en dat is dat van Jezus. Het leven van Jezus wordt zijn leven; hij wil steeds meer op hem gaan lijken.

Weet u, Jezus heeft gezegd dat wij moeten zijn als kinderen om het Rijk Gods en om Hem goed te kunnen verstaan. Een kind kijkt immers anders naar de dingen. Het ziet in de Efteling geen pop met een mechanisme, maar het hele verhaal. Een kind ziet Roodkapje kloppen op de deur en weet: de boze wolf ligt al in het bed met grootmoeder in de maag. En misschien is het zo ook met geloven of met Jezus... Soms zien wij de boodschap niet meer, zien we niet meer wie Hij werkelijk is en moeten we dus met andere ogen leren kijken...

Ook wij worden aangesproken om net als Petrus in geloof antwoord te geven op de vraag wie Jezus voor ons is. Hoe ervaren we Hem in ons leven? En dat kan heel wisselend zijn; want in donkere momenten van ons leven of in vreugdevolle kan dat heel verschillend zijn. Of nu als volwassene en vroeger als kind. Geloof groeit met ons leven mee! Als het goed is toch... Als dat geloof wordt gevoed, bevraagd en overwogen, telkens weer.