Maak werk van je geloof en van het vasten

Steven Barberien

Steven Barberien

Pastoor, ik ben wel gelovig, maar ik doe er niet zoveel aan...

Dat hoor ik mensen wel eens zeggen, die denken dat ze zich tegenover mij moeten verantwoorden. Nu turf ik niet wie er wel en niet in de kerk komt, en oordelen doe ik al helemaal niet; dat laat ik liever over aan God. Maar de uitspraak Ik ben wel gelovig, maar ik doe er niet zoveel aan... vind ik echt onzin. Als men nu zou zeggen: Ik ben niet gelovig, dus ik doe er niets aan,dan zou ik het nog logisch kunnen vinden.

Mag de geloofsgemeenschap, de parochie iets verwachten van haar gelovigen? Ja, zoals de voetbalclub of de carnavalsverenigingen verwachten dat hun leden er zijn. Wie nooit voetbalt of op de training komt, is geen voetballer. Wie met carnaval gaat wintersporten, moet niet in de raad van elf gaan zitten.

Sommige mensen die zeggen dat ze geloven maar er niets aan doen, denken heel vaak dat wie bij de Kerk hoort, vooral braaf moet luisteren en verplicht is naar de viering te komen. Maar zelf vinden ze dat het bewijs van hun geloof te vinden is in het feit dat ze goed zijn voor de mensen en de natuur, en daar heb je de Kerk niet voor nodig. Ik moet ze gelijk geven: daar heb je inderdaad de Kerk niet per se voor nodig; dat moet iedereen doen, gelovig of niet.

Maar ik geloof niet, omdat het leuk is te geloven; ook niet omdat het goed is voor mens en natuur, maar omdat ik meen dat het waar is. Geloof heeft dus niets met wetten, regeltjes en verplichtingen van doen. Wie dat denkt, laat precies zien dat hij of zij niet weet waar het bij het geloof om gaat. Dat is net als klagen over de verkeersregels, maar wel hopen dat je veilig thuiskomt.  

Wie gelooft, weet heus wel dat hij of zij geen supermens is en dus ook fouten maakt; dat men het goede wel wil maar soms het slechte doet. Dat men ook altijd weer dezelfde fouten blijft maken in alle menselijke zwakheid. En juist daarom gaat de gelovige naar de kerk en bidt en vraagt hijom Gods hulp, want alleen kan hij het niet. Je gaat niet naar de kerk, omdat je je meer of beter voelt dan de thuisblijvers, maar omdat jij het nodig hebt en je er goed bij voelt.  

Ik geloof maar ik doe er niets aan... Allez, probeer dat eens te zeggen in een huwelijk: “Ik zie mijn vrouw graag, maar ik zie haar nooit...  Als je gelooft, dan doe je er iets aan. Je geloof moet je voeden en ondersteunen; anders verdampt het en blijft er niets van over. Vraag het maar aan iemand die niet meer gelooft. Men is niet tot ander inzicht gekomen, hoor! Neen, men is gewoon zachtjes aan weggedreven en het is stilletjes verdwenen...

Aan je geloof moet je werken. Vandaar dat we elk jaar weer veertig dagen de tijd krijgen ermee bezig te zijn. Een bezinningsperiode, die ons de kans geeft erachter te komen wat ons ten diepste bezielt en bezighoudt. Vasten is ook beseffen dat een mens moet vechten tegen het kwaad. Doe je dat niet, dan verval je tot middelmatigheid, onverschilligheid, laksheid. Of je laat de boel de boel; dan wordt het ieder voor zich...

We zien in het evangelie dat ook Jezus vast en de bekoringen weerstaat: bekoringen van macht en aanzien, van materiële zaken en kortetermijngeluk, van zelfbehoud... Hoe kan het toch dat iemand als Jezus, die zonder zonde is, compleet goed, bekoord wordt door het kwaad? Is het niet zo dat je pas weet hoe sterk de wind is, als je naar buiten gaat en tegen de wind in loopt? Als je het kwaad de rug toe keert en er niet tegen vecht, overwint het je. Dan leer je nooit wat de sterkte van het kwaad is; leer je niet de ernst ervan en sluipt het geruisloos in je...  

Jezus, de mens zonder kwaad in zich, is nooit bezweken voor het kwaad. Hij kent dus ten volle de sterkte ervan en Hij zegt ons: Maak werk van jouw vasten! Het vasten maakt je geestelijk sterk, weerbaar; het maakt je meer christen. Als we werk maken van het vasten, van gebed en naastenliefde, van goede werken, van delen met elkaar, dan legt God er zijn zegen op en worden we anders, sterker...

Geloof vraagt om daden en raakt je tot in het diepste van je wezen. Geloof laat je niet onbewogen... het zet je aan anderen nabij te zijn. En zo maakt het heel wat uit dat jij gelooft en er iets mee doet in deze wereld. Ieder van ons kan het verschil uitmaken als het gaat om het geluk van een ander ... Maak werk van je geloof en van het vasten, jij bent het zelf meer dan de moeite waard!