Luisteren met twee oren

luisteren

Cees Remmers

Als je kijkt wie zich door Jezus voelden aangesproken, zich door hem geroepen voelden en wie zijn eerste vertrouwelingen waren, dan zijn dat allemaal heel verschillende mensen.

Simon, de robuuste visser, altijd recht en soms te recht door zee, met een grote mond soms maar ook een klein hartje; en later de heel andere …
Paulus, een man uit betere kringen, meer hersens dan warme hartelijkheid, meer denker dan doener.
En weer heel anders was Johannes, een heel stuk jonger dan alle andere, maar fijnzinnig; heel anders weer dan Thomas, de twijfelaar, en die weer anders dan Johannes en Jacobus, de donderzonen, zegt de Bijbel, - wij zouden zeggen twee 'driftkikkers'…; en Mattheus die nota bene tollenaar was geweest…
Jezus krijgt allerlei soort mensen om zich heen; geen kopieën van hem en geen kopieën van elkaar. En hij geeft hun allemaal de ruimte te zijn die ze waren, wilden of konden zijn.

En zo gaat hij met allerlei mensen om, niet met enkel mensen van zijn soort. Hij praat met mensen naar wie iedereen opkeek: wetgeleerden, dienaars van de tempel, Romeinse officieren. Maar hij praat ook met mensen op wie iedereen neerkeek:  domme vissers uit Galilea, tweederangs Joden uit Samaria, mensen aan de kant van de weg, blinden, bedelaars, gehandicapten aan de rand van de samenleving. Hij kijkt op niemand neer en hij kijkt  tegen niemand op. Hij is fier op zijn Joodse komaf  maar heeft respect voor mensen van over de grens, andersdenkenden…
Hij kijkt, luistert, spreekt; en zijn sympathie, zijn begaan zijn met mensen, zijn liefde stopt niet bij de voordeur, niet bij de grens, niet bij zijn eigen door God uitverkoren volk…

Hij zou niet gauw zeggen: dat zijn geen echte Biksen, geen echte Brabanders; dat zijn geen echte Nederlanders, geen echte katholieken, die horen niet bij ons, die spreken een andere taal, hebben heel andere gewoontes, die horen hier niet thuis…

Hij zou niet gauw zeggen dat jonge mensen het niet zo nauw nemen; hij zou niet te vlug zeggen dat ze niks meer geloven; hij zou geloven in jonge mensen en net zo veel in wie met hun hoofd of in wie met hun handen werken.

Maar als je zoveel ruimte laat voor ieders denken en doen, dan ontstaat er af en toe ook deining en onrust in de samenleving en ook in de kerk. Al in de allereerste parochies, vertelde de eerste lezing, was er ruzie. Dan moet je niet van bovenaf met harde hand de orde herstellen; dan ga je eerst met elkaar in gesprek, vertelt ons vandaag diezelfde lezing. Dan kom je eruit, maar dan moet jij de ene keer en de volgende keer de ander water bij de wijn doen en er dan toch samen op drinken. Als je in vrede wilt leven met elkaar, dan moet je durven winnen maar ook durven verliezen.

De vrede die Jezus zijn volgelingen toewenst, is een opdracht tot luisteren, niet alleen naar wie boven je staan, maar ook naar wie naast je staan. Niet alleen bij rechts maar ook bij links je oor te luisteren leggen; je hebt niet voor niks twee oren, en dus luisteren naar beide kanten… Dat gold al voor Petrus en Paulus, dat geldt ook voor hun opvolgers: luisteren, want als je geen oren hebt, zakt de mijter voor je ogen en word je behalve doof ook blind…

Probeer dan maar eens leiding te geven aan zoveel verschillende mensen en meningen. Het lijkt erop dat we een bisschop krijgen die luistert naar links en rechts, naar hoog en laag. Amen, d.w.z.: 'Het zij zo…'

Printversie