Geen woorden maar daden

Help!

Steven Barberien

In het oude Joodse denken strafte God de kinderen voor de zonden van hun ouders. Ezechiël wijst dat denken absoluut af: elke mens is verantwoordelijk voor z’n eigen daden. Bovendien heeft elke mens een vrije wil en kan dus van levenswijze veranderen. Een goede mens kan een slechte en een slechte kan een goede mens worden. Ook het evangelie gaat in op dit feit.

Een mens is verantwoordelijk voor zijn eigen daden.

Een man had twee zonen… Dat is zo’n typisch Bijbels begin van een verhaal. Je voelt direct aan dat hier twee uitersten tegenover elkaar komen te staan. Zwart en wit en daartussen is geen plaats voor grijs. ’t Is alles of niets. Maar heel bijzonder is het feit dat in Jezus’ verhaal die vader zijn gezag niet laat gelden. Hij laat zijn zonen vrij om te denken en te doen wat ze willen. Het is dus een vader die vrijheid geeft en ruimte schept, die keuzes respecteert, ook al is hij het er niet mee eens… Hij beoordeelt ook niet naar woorden, maar laat de daden spreken…

In die vader kunnen we natuurlijk God zelf herkennen en in die twee zonen zien wij onszelf. Want wij zijn niet wit/zwart van karakter… Wij zeggen vaak ja…, maar… Soms gaat het goed, soms niet… We maken ons woord niet altijd waar… Of we komen terug op onze woorden en daden om ons leven te beteren.

In elke mens zit goed en kwaad, maar ook de potentie om beter of slechter te worden… Paulus schreef ooit dat hij zich verwonderde over zichzelf: ´Hoe vaak wil ik oprecht het goede doen en zeggen, maar doe ik in plaats daarvan kwaad?´ Die twee zonen leven in ieder van ons…

Misschien heeft Jezus ons vergeten te vertellen over de derde zoon. Een Zoon zoals Hij, die de wil van de Vader spreekt en doet. Wiens ja, ja is en neen, neen. Hij is de ware Zoon die volmondig JA heeft gezegd en dat ook ten uitvoer brengt.

Als wij Hem voor ogen houden, leven van zijn bestaan, dan zullen we ook de kans grijpen om ons leven te beteren. Letterlijk onze daden om te keren. Zowel ja zeggen als doen. Geen woorden maar daden!
En daarop zullen wij uiteindelijk beoordeeld worden.

Amen.

Printversie