De hemel laten oplichten in mensen

Gust Jansen

Gust Jansen

Jezus deed wat Mozes en Elia ook al deden: de berg op om er op adem te komen, om kracht op te doen, en daar “alleen met God” in de stilte te zijn, zijn hulp te vragen.

Vandaag horen we hoe er deze keer drie van Jezus’ leerlingen meegaan. En boven op de berg, vertelt Mattheus, verandert Hij van gedaante; “zijn gelaat ging stralen en zijn kleed werd glanzend als het licht…” Op die berg lichtte in Jezus, de zoon van mensen, de zoon van God op. Je kunt ook zeggen: dezelfde drie die op de Olijfberg zijn hel zouden meemaken, zagen op de Thaborberg de hemel oplichten.

Petrus vond het zo geweldig dat hij er wilde blijven. Maar het echte leven speelt zich af – toen ook al – in de vlakte, niet met je hoofd in de wolken maar met beide voeten op de grond.

Dus moeten ze met Jezus de berg af, en dan zien ze hoe er van alle kanten ’n beroep op Hem wordt gedaan: ’n melaatse vraagt om gereinigd te worden, ’n Romeins officier vraagt om hulp voor zijn verlamde knecht, ’n ander komt verdrietig vertellen dat zijn dochtertje is gestorven en of Hij helpen kan; ’n blinde schreeuwt uit alle macht: Jezus, ontferm u over mij; ’n moeder komt Hem vragen haar bezeten dochter, in het hoofd van wie het spookt. te bevrijden van die duivelse ellende; ’n man vraagt om hulp voor zijn zoon die lijdt aan vallende ziekte en ’n rijke jongeman komt vragen wat hij moet doen om echt gelukkig te worden…

En die drie die met Hem op de berg waren, en een stukje hemel zagen oplichten zien nu hoe Hij in de vlakte mensen ’n stukje hemel aanreikt: Hij luistert naar ze, reikt hun de helpende hand, doet wat Hij kan, geeft en vergeeft, en wijst hen de weg uit hun wanhoop en verdriet. Hij laat voortdurend mensen van gedaante veranderen…

Van tijd tot tijd gaan wij als gelovigen ook de berg op. We trekken ons terug in onze kerken: Even weg uit de drukte van alle dag zoeken we stilte en rust. We willen op adem komen, om hulp vragen en er kracht opdoen. Als we hier komen “gaan we de berg op” om, zoals Jezus, te bidden tot wie God is.

En dat is goed, heel goed. Maar na ’n uur worden we door Jezus weer “naar beneden” gestuurd - als Abram weggestuurd - de kerk uit, het gewone alledaagse leven in, waar we elkaar omhoog moeten helpen, waar we kleur moeten zien te brengen in het grauwe bestaan van sommigen.

Door op gezette tijden in stilte God te zoeken en op andere tijden mensen te zoeken die onze liefde nodig hebben, kunnen wij mensen laten stralen en de wereld van gedaante veranderen. Weet wel dat komende verkiezingen hieraan kunnen bijdragen, dat jouw stem wel degelijk kleur kan geven aan het leven van alledag en dat van anderen…