De hemel dichterbij...

Wolken in de vorm van een hart

Cees Remmers

Vader was veel te jong en onverdiend gestorven. Moeder had groot en lang verdriet. Haar grotere kinderen kregen nauwelijks de kans zich met de dood van pa te verzoenen, zo druk hadden ze het met de zorg om moeder. Ze deden wat ze konden maar moeder leek ontroostbaar; ze waren met hun vader ook een beetje hun wijze, blijmoedige en helpende moeder kwijt.
Tot er een was die uitvond wat de kinderen voelden, en zei: Moeder, pa is er jammer genoeg niet meer, maar wij zijn er nog wel; wij zijn pa en - sinds zijn dood - ook jou als steun en toeverlaat een beetje kwijt… Dat deed pijn om te horen, maar ze realiseerde zich dat ze wel een beetje gelijk hadden. Sinds die dag vertrouwde zij zich gaandeweg opnieuw toe aan de toekomst. Ze keek weer meer vooruit dan achterom en ze werd de moeder die ze eerder was.

De Bijbel vertelt dat Jezus uit de dood is opgestaan en vertrokken is naar zijn Vader in de hemel. Zijn leerlingen, vertelt diezelfde Bijbel, staren hem na… ”Mannen van Gallilea, wat staat ge toch naar de hemel te staren…?” Dat is een Bijbelse manier om te zeggen dat ze te lang blijven hangen in hun verdriet. Maar ze horen een stem in zich die zegt: blijf niet te lang naar boven kijken; hier beneden ligt het werk; ga op weg en vertel niet enkel over zijn verdrietige dood maar ook over zijn opstanding, en vertel wie Hij was, wat hij wilde, wat hij gezegd heeft, hoe de wereld Rijk van God kan worden…

Gelovigen mogen best - leert Hemelvaart - verdrietig zijn om wat we kwijt zijn, maar geloven vraagt ook om vertrouwen in en inzet voor een betere toekomst voor meer mensen. In plaats van naar de hemel te blijven kijken, met je hoofd in de wolken, kun je beter - leert Hemelvaart - een mens zijn die de hemel een beetje dichterbij brengt, een mens zijn waar een ander mee in de wolken is…   

Printversie