Dank zij God en dankzij mensen!

Cees Remmers

Cees Remmers

Vijftig jaar geleden stuurde ik een uitnodiging voor mijn priesterwijding aan familie en vrienden, die begon met de woorden: ‘God zij dank... God zij dank
 kan ik u zeggen dat ik op 23 mei door handoplegging van de bisschop priester wordt gewijd...’

Vandaag vijftig jaar later zou ik willen zeggen : God zij dank en dankzij mensen kan ik zeggen dat ik vijftig jaar lang een gelukkig mens en priester heb
 mogen zijn en dat in de stormen van de tijd heb kunnen blíjven.

Toen halverwege de zestiger jaren Jezus met mij in zee was gegaan, stak ik van wal in de Thomasparochie in Eindhoven. We hadden toen - zo voelde het- de wind mee... Het was volop lente in de kerk we hoopten op een warme zomer.

Maar de wind keerde en we raakten het oneens over de koers die we moesten gaan... Gods volk onderweg raakte verdeeld: sommigen wilden te hard vooruit naar morgen, anderen wilden terug naar gisteren... En dan raak je als herder, die de kudde bij elkaar wil houden, zelf wel eens de weg kwijt... En meer dan u hoefde te weten ben ik alle gedoe in onze kerk wel eens echt zat geweest; dan was ik moe van alle gedoe en voelde ik mij als Elia (uit de eerste lezing), die dacht en mopperde tegen zijn God: Nou is het mooi geweest... tot hier en niet verder... ze zoeken het maar uit!

Maar dan was er net als voor Elia ook voor mij altijd wel weer een engel die me aanstiet; dan waren er altijd weer engelen van mensen, die me overeind
hielpen, die mij de hand boven het hoofd hielden, die mij de hand hebben opgelegd, mij opnieuw hebben gewijd, hebben toegewijd aan wie en wat ik wilde zijn...

En alle jaren door heb ik u in de zondagse kerk energie en inspiratie voor het doordeweekse leven mogen geven, maar die heb ik ook van u gekregen: in ons samen bidden, in ons samen zingen en zwijgen, in het breken en delen van het brood, kreeg ik vaak de nodige kracht en nieuw vertrouwen aangereikt... En zo kon ik - alle jaren door meer de vragende Thomas gebleven dan de rotsvaste Petrus geworden - zo kon ik toch weer verder! Ik mocht en kon uw pastoor zijn, omdat u mij (God zij dank!) tot herder was...

Blij en dankbaar kijk ik terug op vijftig mooie jaren, waarin ik mocht delen in de vreugde om het nieuwe leven bij de doop van meer dan 5000 kinderen. Maar ook jaren waarin ik meer dan 1500 keer mocht delen in het verdriet om het afscheid van een geliefde.

En al die keren heb ik aan het begin bij de doop verteld over ons eeuwenoud gelovig vertrouwen, dat in elk mensenkind God de hand heeft gehad; en bij elk afscheid van een dierbare heb ik verteld over het hoopvolle nieuws van Pasen: dat elke mens aan het eind vallen zal in de handen van God.

En in 2500 zondagse preken ben ik altijd blijven zoeken naar de goede woorden om te laten oplichten wat God ons heeft willen vertellen in Jezus van Nazaret...

Vandaag vertelt hij ons, aan ons die, zoals Thomas, eerst willen zien en dan geloven, vandaag leert Jezus ons dat je eerst moet geloven om dan de dinge
n anders te gaan zien...

Omdat ik geloof, ben ik gaan zien dat wij mensen geen zwervers maar pelgrims zijn.
Omdat ik geloof, ben ik gaan zien dat wij niet naar niks en nergens onderweg zijn.
Omdat ik geloof, ben ik gaan zien dat er voorbij de horizon van ons denken en weten een land ligt waar wij thuis zullen komen, voor altijd thuis bij God, de bron van alle leven, de uitvinder van liefde... En daar aan de overkant... daar en dan...

Dan zal ik leven...... (lied!)