Cijns- of veinspenning?

Schilderij De Cijnspenning

Steven Barberien

Elke keer dat ik in de kerk van Diessen vanaf mijn zitplaats opkijk, word ik getroffen door de schoonheid van het schilderij dat aan de overkant hangt. Uit de school van Rubens: De Cijnspenning. Het verbeeldt wat we zojuist hebben gehoord in het evangelie.
Cijns is zo’n woord dat we nauwelijks nog kennen. Het komt van accijnzen: belastingen. Een cijnspenning is dus een muntstuk dat dient om de belasting mee te betalen.

We hadden het ook - in dit geval - een veinspenning kunnen noemen. Want de Farizeeën veinzen dat ze het goed voorhebben met Jezus. Ze zeggen zelfs dat ze Jezus een rechtvaardige en oprechte man vinden, terwijl ze Hem via een list in de val willen lokken. Maar Jezus veinst niets. Hij is echt oprecht en met het voorbeeld van de belastingmunt laat Hij zien dat de mens veel verschuldigd kan zijn aan de maatschappij, maar het meest verschuldigd is aan God. Belastingen kun je eventueel proberen te ontduiken, maar God kun je nooit voor de gek houden.

Als wij God oprecht serieus nemen, dan moeten we beseffen dat ons alles, maar dan ook echt alles, door Hem gegeven is. Of beter, het is aan ons uitgeleend om te gebruiken. In die zin is niets onze eigendom. Alles in deze wereld draagt de vingerafdruk van God. We kunnen Hem erin zien of herkennen. We zien Hem vooral in de mens zelf, die Gods eigen beeld en gelijkenis is. Wij dragen het profiel van God in ons. Dus behoren wij toe aan Hem.

Wat is de ‘belasting’ die wij God verschuldigd zijn? Onze tijd, ons zijn, ons geloof, onze liefde - de hoop niet te vergeten - onze zorg voor anderen, ons gebed, ons zingen en vieren… Het draagt allemaal bij tot het welzijn van de wereld, van elke mens… Is dat niet de bedoeling van accijnzen, ervoor te zorgen dat iedereen evenveel kansen heeft of toebedeeld krijgt?

Geef gerust aan de overheid wat gegeven moet worden, ook al vinden we dat helemaal niet leuk! We hoeven niet te veinzen: belasting afdragen vindt niemand plezierig maar het moet nu eenmaal gebeuren.
Wat wij echter God geven, moeten we oprecht en van harte geven, ongeveinsd dus! Want Hem zijn we alles verschuldigd!

Amen.

Printversie