Brandend vuur in ons hart

Steven Barberien

Steven Barberien

Petrus, de steenrots die vorige week in het evangelie getuigde: “Jezus, jij bent de Zoon van de levende God!”, wordt vandaag een struikelblok, een steen des aanstoots voor Jezus. “Ga weg, terug! Achter Mij, Satan, want jij laat je leiden door menselijke overwegingen en niet door de wil van God”. Petrus heeft zich vergaloppeerd. Hij wilde voorop lopen en haantje de voorste zijn in zijn ijver om Jezus te beschermen. Jazeker, met goede bedoelingen! Maar juist daar wringt het schoentje!! Het gaat hier niet om de goede bedoelingen van de mens, maar om het doen van Gods wil!

Paulus schrijft het in zijn brief aan de christengemeente van Rome zo: Laat je niet leiden door de gang van zaken in de wereld, maar door Gods wil. Dan pas kom je tot het besef wat echt van belang is en wat zeer goed is.

Mooi geschreven, Paulus, maar het is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Kijk maar naar Jeremia. Hij heeft Gods opdracht ter harte genomen en geprofeteerd tegen de wandaden van het volk en wat levert het hem op? Hij is weggejaagd en wordt bespot. Jeremia is zo teleurgesteld, dat hij begint te twijfelen aan zijn roeping. Hij wil er de brui aan geven.

Ik kan hem geen ongelijk geven. Een mens stelt zich toch vragen over het kwaad dat hem of haar overkomt? En willen wij niet allemaal net als Petrus het kwaad ontlopen? Als wij het kwaad uit de weg willen gaan, doen we dan zó verkeerd? Wat Jezus ons echter duidelijk wil maken is, dat wij het kruis of de kruisen van ons leven niet mogen ontlopen. Als leerling van Hem gaan we Hem achterna, omdat we weten en geloven dat Hij de weg, het leven, de liefde zelf is. Ook al hebben we het soms moeilijk met dat evangelisch leven, met die boodschap van Jezus, we willen Hem toch volgen. We zijn net als Jeremia en voelen in ons een vuur dat brandt, en we gaan weer verder... Hem achterna...

Net als die christenen in het Midden-Oosten die zo zwaar vervolgd worden, die letterlijk het leven laten omdat ze geloven in Jezus... En toch, ook al zijn ze verdreven van huis en haard, ook al zijn ze alles kwijt en hebben ze zelfs mensen verloren... ze gaan verder en laten zich hun geloof niet afnemen. Zij beseffen maar al te goed dat het volgen van menselijke overwegingen, van wereldse gedachten in plaats van Gods wil, alleen op een mislukking uitdraait, op veel onrecht en verdriet. Zij die moorden in naam van hun God, laten zich niet leiden door zijn wil en zijn dus niet meer in staat nog te zien wat goed is en wat niet... Uiteindelijk verliezen ze zichzelf in een spiraal van geweld, in duivels kwaad door anderen de hel aan te doen.

Eén van die slachtoffers is de Amerikaanse journalist James Foley. Hij werd op 19 augustus onthoofd door aanhangers van de Islamitische Staat. Het was niet de eerste keer dat deze journalist in moeilijke omstandigheden zijn werk deed. In 2011 zat hij al 44 dagen gevangen in Libië. In die periode van gevangenschap putte James Foley kracht uit zijn katholieke geloof en het gebed, in het bijzonder het bidden van de rozenkrans. Hij noemde het gebed als dé krachtbron van zijn innerlijke vrijheid. Ook in hem brandde een vuur dat niet te doven was. Hij wilde het verhaal doen van hen die monddood werden gemaakt. Hij kon niet zwijgen over het leed dat anderen werd aangedaan... Hij kwam voor hen op en liet daarbij uiteindelijk zelf het leven... Hij nam zijn kruis op en ging Jezus heel letterlijk achterna...

Van ons wordt op dit moment een dergelijke heldhaftigheid niet gevraagd. Toch moeten we ons ervan bewust zijn dat ook wij de weg van Jezus moeten gaan. Op onze eigen plek, hier en nu, dienen ook wij uit te komen voor het gelovig vuur dat is ons hart brandt. En dat is een grote uitdaging geworden! Durven uitkomen voor jouw christelijk geloof, voor jouw waarden en normen, die niet uitgaan van het recht van de sterksten, maar juist van de fundamentele rechten van de kleinsten, de minsten, de zwaksten...zoals Jezus ons voordeed. Hem gaan we achterna...