As ge het maar vraagt

Meisje met askruisje

Steven Barberien

Bij ons thuis wordt wel eens gezegd: “As ge dees doet…”,  “As ik da had gedoan”… En dan wordt daaraan toegevoegd:  “As, as…. da’s verbrand hout, ’t is weg….”
Daar denk ik aan op deze Aswoensdag, wanneer we de as van verbrande palmtakjes op ons hoofd krijgen: “Van stof zijt gij en tot stof keert ge weer…” Eens is het voorbij voor ieder van ons, dat is onvermijdelijk. Het is goed eens stil te staan bij het feit dat het leven eindig is en dus ook betrekkelijk.

Als mens zijn wij uniek en onvervangbaar. Er is er zo maar één als ik… (en dat is misschien maar goed ook). Ieder van ons is op die manier van onschatbare waarde. De waarde van ons zijn hangt niet af van ons leven of de lengte daarvan of van wat anderen van ons vinden. Neen, Voor God zijn we allemaal evenveel waard. En Gods liefde is voor ieder van ons even groot. Immers, bij Hem is onze thuis.

Maar ook al geloven wij van harte dat God ons liefheeft en dat Hij ons eeuwig leven wil geven, we doen soms, we leven soms anders. We gaan wegen die niet Zijn wegen zijn. We zeggen dingen die niet stroken met zijn woorden van liefde. We doen van alles wat we niet zouden moeten doen…We zijn - niemand uitgezonderd - zondige mensen. En hoe vlugger we dat onder ogen zien en erkennen, hoe beter. Want daar waar er berouw is, spijt, kan er ook van harte vergeving geschonken worden.

As op het hoofd is laten zien dat je weet dat ook jij boter op je hoofd hebt. Je bent niet zo onschuldig, maar maakt net als ieder ander mens fouten. Aswoensdag is het moment om te beginnen aan de ommekeer, de bekering van jezelf. Inzien dat je vergeving nodig hebt. En die krijg je! Wees ervan overtuigd.      

Vergeving is te vinden… as ge het maar vraagt…

Printversie